Beste Lezer,

 Af en toe kan ik me niet van de indruk ontdoen dat we, hoezeer we ook ons best doen, op één of andere manier telkens weer vastlopen. Neem nu de vele inspanningen om de burger, met het oog op het klimaat, minder met de auto te laten rijden. Er wordt beslist veel ondernomen om ons meer te laten fietsen. Er worden fietsstraten, zelfs fietssnelwegen aangelegd. De auto krijgt het minder makkelijk om door de stad te circuleren. Bijna overal in het centrum mag je niet meer dan 30 per uur. De parkeerruimte voor auto’s wordt beperkt ten voordele van fietsstallingen.

En het moet gezegd: de fiets is populair. Bovendien bestaat er nu een amalgaam aan tweewielers: meer en meer elektrische exemplaren, bak- en ligfietsen, pedelec’s, lichte scooters en zelfs skateboards rijden op de weg, of liever: op de veelal smalle fietsstroken.

Fietsenleed/Foto: Herman Baert

Er zijn echter twee problemen: we hebben onze geschiedenis niet mee, en we zijn een bijzonder dicht bevolkt land. Nederland en Denemarken bvb. hebben al tientallen jaren veel brede, aparte fietspaden en veilige routes.

Ik herinner me dat ik me, tijdens het piekuur, alleen op het vrij smalle fietspad op de ring rond de stad bevond om mij op mijn rustige slakkentempo naar mijn werk te begeven, en dat is nog geen tien jaar geleden.  Geen elektrische noch bakfiets zat achter mij aan te rinkelen, geen pedelec noch elektrische step drong zich aan mij op.

Vandaag stippel ik nauwgezet mijn fietsroute uit en kies ik een daluur, want raar maar waar: ik voel me tijdens de spits een gevaar op de weg. Alsof ik met mijn wagen aan 70km/u op de autosnelweg zou rijden. Alsof ik het hinderlijke obstakel ben dat de oorzaak is van fileleed op het fietspad. Al is dit laatste een kromme redenering, want zeg nu zelf: het kan toch niet de bedoeling zijn dat de langzame fietser geweerd wordt? Het lijkt pas gisteren dat men sprak over de langzame en zachte weggebruiker. Nu lees ik over fietssnelwegen en ben je raar wanneer je niet elektrisch rijdt.

Maar ik zeg u, lezer, we rijden ons vast om de eenvoudige reden dat we ons met teveel op die veelal zelfde oude fietspaden begeven, de moordstroken langs de rijweg, en dat langzaam verkeer ook bij de fietsers is ingeruild voor snelwegverkeer. Het is begrijpelijk dat een deel van de bevolking liefst zo vlug mogelijk op het werk aankomt. Helaas verliest men meer en meer de oorspronkelijk trage weggebruiker uit het oog, want die is de klos. We blijven hardleers dezelfde redenering gebruiken als met de auto: snelsnel en rij of wandel me niet voor de wielen.

Wanneer we ook hier geen rekening houden met evenwicht tussen langzaam en snel, rijden we ons letterlijk vast. Deze zomer las ik dat het aantal verkeersdoden bij de fietsers tussen 2005 en 2021 is toegenomen. Het aandeel kwetsbare weggebruikers (voetgangers en fietsers) in het totaal aantal verkeersdoden bedroeg in 2021 39%. In 2005 ging het om 19%.

En dan heb ik het nog niet gehad over de besparingen op de verlichting van de openbare weg. Het wordt er voor de avondlijke fietser in donkere dagen niet eenvoudiger op: je kunt je dan wel fluorescerend op de weg begeven, daarmee ben je nog niet gewaarschuwd voor die onverwachte kuil in of dat obstakel op het pad.

En over veiligheid gesproken: ook in 2022 is ‘de bietebauw’ nog een hoogst onaangename verschijning, in het bijzonder op donkere en eenzame paden. Zeg nu niet dat ik u niet gewaarschuwd heb!

 

Mvg,

Frauke Jemand

 

 

Comment