Beste lezer,

 

Laatst verliet ik nog eens mijn huis om wat winderig weer aan zee te trotseren. Onder het motto: ‘blijven bewegen, ook tegen de wind in’.

Foto Herman Baert

Tot mijn verbazing zag ik dat het blijkbaar zeeklassentijd was: horden jolige schoolkinderen waren, vergezeld van hun leraren en leraressen, op pad. Met bewondering keek ik toe hoe die leerkrachten de vrolijke bende gidsten van het strand over de dijk, over de tramsporen en over een drukke baan. Kleine groepjes mochten bij groen licht oversteken op een krachtig signaal van de verantwoordelijke. In groep voelt men zich sterk, en de 10-12- jarigen waren in uitgelaten stemming, zich amper van gevaar bewust.

Het onderwijspersoneel was des te alerter en hield de bende in toom.

Een kilometer of wat verder moest een grote groep kinderen de tram nemen. Ze stonden bijeengepakt op de smalle opstapplek, met telkens iemand van de begeleiding ertussen. Terwijl ik me nog aan het afvragen was hoe deze troep de tram in te krijgen, waren ze met een gehaast ‘vite vite’ reeds ingestapt, als laatste sprongen de leerkrachten de tram in. Je moet het maar doen, dacht ik.

Moe maar tevreden thuisgekomen van mijn uitstapje, hoorde ik in het avondnieuws het gebakkelei over extra betaling van expertise aan leerkrachten.

Ik vroeg me af of het behendig gidsen van groepen klein en groot, het een week lang van de ochtend tot de avond optrekken met deze uitgelaten bendes, het leren over de zee, het spelen op het strand, het bezorgen van een onvergetelijke ervaring, het voortdurend alert zijn om iedereen veilig naar thuis te brengen -of ook dat tot de extra betaalde expertise zou behoren.

De scholieren spraken Frans, kwamen wellicht uit Wallonië of het Brusselse. Misschien hanteert men daar weer andere maten en gewichten om het onderwijzend personeel op de zenuwen te werken. Zelf vind ik dat deze krachttoeren van leraren te weinig het nieuws halen.

Respect!

 

Mvg

 Frauke J.

Comment