Beste Lezer,
‘Omarm de traagheid’: deze titel stond onlangs in de krant. Ik vond het een mooie gedachte.
De traagheid omarmen is zowaar mijn mantra geworden wanneer ik me op de openbare weg begeef. Wanneer ik traagzaam, niet-elektrisch laveer tussen elektrische steps, bak- en andere fietsen flitst deze zin door mijn hoofd. Als een weerkerend refrein is hij aanwezig wanneer ik in het spitsuur als voetganger een poging waag om de hoofdstraat over te steken.
Terwijl alle elektrische tweewielers mij links en rechts voorbij sjezen voel ik me meer en meer een eenzaam wezen in een krabbenmand, en omarm ik de traagheid.
Waarom langzaam wanneer het ook snel kan? Waarom vijf km per uur rijden wanneer je fiets er 25 kan? Met al die gewonnen tijd kun je zoveel meer doen! Maar wat wil dat zeggen, zoveel meer doen? Wat doen mensen zoal met de ‘gewonnen tijd’?
Mensen vragen mij: waarom rij jij niet elektrisch, het is zoveel efficiënter? Elke poging om uit te leggen waarom faalt, er zijn immers argumenten genoeg om het rijden sneller te laten verlopen.
En toch, al sinds de jaren tachtig is er een hang naar vertragen: er zijn trends en bewegingen die pogingen doen om het traagzame, tegenwoordig slow genaamd, in ons leven terug te brengen. In Italië was er een beweging die slow food promootte, op verschillende plaatsen in Vlaanderen probeert men slow music te introduceren. In Nederland is er zelfs een organisatie die allerlei cursussen, lezingen en activiteiten organiseert om het traagzame leven een plek te geven.
Vooralsnog zie ik dit streven niet in de chaos van ons verkeer aanwezig. Bijzonder goed dat er zoveel meer mensen op de fiets zitten dan vroeger, helaas crossen ze veelal op veel te smalle fietspaden en krijg je dezelfde reflexen als in het autoverkeer: bellen wanneer het niet vlug genoeg gaat, rechts voorbijsteken, iemand bijna omverrijden. Je bent pas een sukkel wanneer je de traagheid omarmt als de school uit is: fietsen, steps, brommers, bakfietsen en auto’s stuiven de baan op.
Eerlijk? Ik voel me op een dergelijk ogenblik meer verwant met de kleuter- en lagereschoolkinderen die aan een gezapig tempo huiswaarts gaan. Ik pleit, net als bij het spoor, voor een hoge snelheidsbaan en een trage baan in het fietsverkeer. Zodat er toch ook plaats blijft voor wie de traagheid omarmt.
Mvg
Frauke J.