Frauke_Trein-7.jpg

Beste Lezer,

Nu de wegen vol lopen worden we aangespoord om de auto op stal te laten en met het openbaar vervoer te reizen. Voor mij geen probleem, ik heb nooit anders gedaan. Geef toe: het wachten op een perron tussen allemaal onbekende mensen, het blijft bijzonder. Ik mag graag kijken naar al die mensen en wat ze met zich meedragen. Onlangs nog zag ik een man en een vrouw grote, roodwitblauw gestreepte plastic tassen met zich meeslepen. Plots liet de vrouw één handvat los: een schok, binnenin de enorme tas rinkelde het alsof een servies brak. De man sakkerde. Kwamen deze mensen aan of reisden ze, bepakt met souvenirs of huisraad, terug naar een ver land?

Het perronpubliek kent zijn seizoenen. In de zomer zijn er de luchtig geklede meisjes en jongens, de gezinnen met strandtassen of een oude man met een simpel plastic zakje. In de winter zie je gebreide mutsen en sjaals, jassen in allerlei kleuren en stoffen. En altijd zijn er ook de mensen met hun laptop, smartphone, tablet in de hand, of het rugzakje in de nabijheid. Een verre of korte reis: het ‘mieren’ van mensen lijkt nooit op te houden, of liever: toch wel - het speelt zich vooral af tussen acht uur in de morgen en acht uur in de avond. Daarna lijkt het of alle mieren weer in eigen kolonie, eigen huis of land zijn teruggekeerd. De volgende dag herhaalt  deze drukte zich.

Ik kan uren op een perron doorbrengen, kijken en dromen van verre bestemmingen die via mensen van allerlei culturen langskomen. Soms is dat perrongeduld nodig, wanneer een sonore stem aankondigt dat je trein vijf minuten, vervolgens twintig minuten en later onbepaalde vertraging heeft. Dan mieren de reizigers nog sneller trap op, trap af en vervolgens opnieuw trap op. Snel zoeken op de phone of de aansluitingen nog kloppen.

In die eindeloze wachttijd is het wel prettig je een brief te schrijven, beste lezer.

Bij deze dus.

 Mvg,

 Frauke J.

 

 

Comment