Beste Lezer,
Bij het begin van een nieuw schooljaar moet mij iets van het hart.
Er is al behoorlijk wat te doen geweest over de leerachterstand die sommige kinderen opgelopen zouden hebben in deze hele pandemie tijd. Allerlei, wellicht, lovenswaardige initiatieven werden ondernomen om kinderen bij te spijkeren: zomerklassen, extra leerkrachten, extra computers ... Sommige scholen waren zelfs gul met B- of C-attesten.
Wanneer je het allemaal hoort, als buitenstaander, dan lijkt het wel alsof we straks een generatie dommerdjes overhouden. Zelf aanhoor ik dat meestal ’s avonds in het nieuws, en ik vraag me dan wel eens af of het niet allemaal wat overdreven is. Hoe zit dat met kinderen in oorlogsgebieden, of zelfs met onze eigen voorouders, die wellicht gedurende vijf oorlogsjaren schoolgemis gekend hebben. En toch hebben ze gezinnen gesticht, een beroep geleerd, het land bestuurd en noem maar op.
Er is de voorbije maanden veel gesproken over wat de kinderen hebben gemist, maar zelden of nooit over wat ze hebben geleerd. Over hygiëne bv., om maar iets te noemen, over vaccineren, wat een pandemie is, over bubbels en tal van andere nieuwe woorden. Ze leerden wat solidariteit is, wat een warme familie is, of het omgekeerde: hoe eenzaam het kan zijn zonder je vrienden. Ze leerden online les volgen, zichzelf organiseren in huis terwijl hun ouders aan het werk waren …. Ze leerden nuchter naar het leven kijken.
Ik kan me niet herinneren dat ik op hun leeftijd iets afwist van al dat soort zaken.
Net daarom huiver ik wat van het eenzijdig kijken naar ‘het leren’ van de kinderen en de jongeren, alsof leren van het leven geen leren is.
Net daarom is het belangrijk dat niet te veel van hun leuke vrije tijd wordt afgenomen om ze verder vol te stoppen met kennis. Geef kinderen toch ook de ruimte om te spelen, samen te zijn met familie en vrienden, rond te hangen, zich te vervelen, hier en daar een taakje te doen – kortom: ‘te leven’. Want leven is leren.
Mvg,
Frauke Jemand