In het jaar 2005 ontmoette ik, in een straat van de stad waar ik destijds regelmatig kwam, een vrouw. Ze stond in de deuropening en sprak mij aan.
De vrouw, laten we haar J noemen, had al een groot stuk leven achter de rug.
Ze wist veel over het reilen en zeilen in haar straat: ze kende bijna alle mensen die haar deur voorbijgingen bij naam. Over veel actuele thema’s had deze vrouw een uitgesproken mening. Ze had een mening over de politiek in eigen land en in de wereld. Ze praatte over klein en groot nieuws, over goed en kwaad.
Veel mensen liepen haar achteloos voorbij, zodat het soms leek alsof ze tegen zichzelf praatte. Ik bedacht dat zij op haar manier een buurtwerkster, het geweten, de spiegel van haar straat, haar wijk en verder was.
Het stemde mij mismoedig dat deze vrouw geen stem, geen forum had om van zich te laten horen.
J. kreeg van mij een eigen leven als ‘Frauke Niemand’. Voor mij stond ze symbool voor de vele naamlozen in vele straten in nog meer steden.
In 2011 startte ik het project Frauke Niemand.
Frauke Niemand stuurde brieven naar kranten. Aangezien haar brieven nooit werden gepubliceerd in de krant kregen deze brieven een plaats in de tentoonstelling ‘Geënt’
(‘Geënt’ Klaas Verpoest&Chantal Sap 2011, Abdij van het park Heverlee)
In 2017 veranderde Frauke Niemand in Frauke Jemand (omdat een niemand ook een iemand is). Haar zoektocht naar ‘een stem’ in het publieke forum dit via muurkranten in de stad werd in een fotoinstallatie in beeld gebracht door Herman Baert( Tentoonstelling Lichtende kamers- Besloten hofjes Kruidtuin 2017).
Vanaf 2018 zette Frauke Jemand haar poging tot het verkrijgen van een stem in het publieke forum verder deze keer via brieven aan de lezer en foto’s van H.Baert. Het begon schuchter met hier een daar een lezer, intussen heeft Frauke J. (zoals we haar tegenwoordig noemen) een vast lezerspubliek en vele nieuwsgierigen die haar brieven willen lezen.
Ook in 2022 zal Frauke J. haar mening en mijmeringen niet onder stoelen of banken steken, zij het aan een iets rustiger tempo.
Chantal Sap