Viewing entries in
brieven in coronatijd

Comment

Frauke Jemandbrief 118: de beste stuurlui en de wal: Wintermanifest (3)

Beste lezer,

Vorig jaar al heb ik je geschreven over al die mensen die midden de coronacrisis even komen zeggen wat beter had gekund en kan. Het jaar was nog maar net begonnen of er was al een nieuwe groep mensen die vond dat het anders moest. Allemaal knappe koppen van diverse pluimage, en ze hebben een manifest ondertekend. Intussen zijn er al die erop terugkomen of er aantekeningen bij maken. Ik vond het veelbelovend dat er werd gesproken over een open debat, en dat het niet de bedoeling was om de geschiedenis van gissen en missen te bekritiseren, maar ervan te leren. Een nieuw jaar: we leren bij. 

Dacht ik.

Maar in de loop van de voorbije weken en wat gesprekken hier en artikels daar leek het me een schot in het ijle. Je hoeft niet echt doorgeleerd te hebben om te weten dat een pleidooi voor een open debat niet begint met het spuien van kritiek en verwijten aan het adres van wie in het heetst van de strijd zijn nek heeft uitgestoken. Zoiets leidt algauw tot wrevel en ergernis, en zo geschiedde meteen tijdens de eerste tv-uitzending daarover. 

Foto H. Baert

Laat ik een voorbeeld geven uit mijn eigen buurt. Stel: een groepje bewoners neemt het initiatief om voor het eerst een buurtfeest te organiseren om elkaar beter te leren kennen. Het feest vindt plaats, en er zijn uiteraard wat beginnersfouten, maar grosso modo is het een geslaagd initiatief. Stel nu dat na het feest een ander groepje bewoners in elke bus een pamflet deponeert met daarop de boodschap: ‘…het was een goed initiatief…maar er was te weinig opkomst, er waren geen drankbonnekes, en waarom hebben die van nummers 20 tot 25 dat feest naar zich toegetrokken, waarom waren wij daar niet bij betrokken? Was er nog geld over en wat werd ermee gedaan’, en nog meer dergelijke verwijten en stille verdachtmakingen. En tot slot ‘Kunnen we eens gaan samenzitten om daar in alle rust over te praten?’

Geef toe, lezer, dat de zin om aan tafel te gaan zitten beperkt zal zijn. Ik vrees dat ‘in alle rust’ een vervelende vergadering wordt en dat wie zich aangevallen voelt terug zal slaan en zeer menselijk zal reageren door te zeggen: ‘Doe het zelf indien je het zoveel beter kunt’. 

Beter zou zijn, zowel in het wintermanifest als in het buurtinitiatief, om niet te starten met oordelen en veroordelen. Je kritiek eerst op papier zetten en verspreiden in de media, zoals bij het wintermanifest, is nog meer olie op het al smeulende vuur gooien. 

Waarom niet beginnen met samen zitten met alle betrokken partijen en een neutrale gespreksleider? Waarom niet starten met de vraag wat we van de voorbije periode kunnen leren en hoe we de toekomst gaan aanpakken? Laat die gespreksleider het geheel in goede banen leiden, gepreksregels afspreken en je krijgt een open debat. Vooraf is het belangrijk om na te gaan of de deelnemers geen verborgen agenda hebben, zoals bv. eigen belang, zelf macht verwerven, geldgewin, ruzie willen stoken, niet goed om kunnen met bepaalde mensen…. In het geval van de gehele covid19-saga is de kwalijkste verborgen agenda misschien wel: politieke macht verwerven. Soms kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat deze crisis misbruikt wordt om zieltjes te winnen bij het kiezerspotentieel, en oppositie te voeren. Dat lijkt me een heel kwalijke. De problemen van een buurtfeest oplossen is klein bier vergeleken bij de covidsaga.

 

Mvg,

Frauke J.

Comment

Comment

Frauke Jemand Coronabrieven 116: ' Over de beste stuurlui en de wal'(3)

Beste Lezer,

Mijn schrijven aan u wordt vandaag begeleid door Sinterklaasliedjes. Ze komen van het plein hier iets verderop waar de Sint bij de jeugdbeweging zijn opwachting maakt.

Al die opgetogen kinderstemmetjes op deze grijze regendag, ze stemmen me vrolijk. Het maakt me blij dat er jongeren zijn die zonder veel poeha, ondanks nieuwe regelgevingen, hun zondagnamiddag opnieuw hebben vrijgemaakt om jonge en niet meer zo jonge kinderen een leuke namiddag te bezorgen.

Ze komen niet in het nieuws, al die stille burgers die zonder veel woorden proberen deze tijd goed door te komen. Niet de jeugdleiders die al hun creativiteit benutten om binnen de beperkende maatregelen oplossingen te zoeken en te vinden. Niet de vele mensen die al vooruitlopen op de aankomende kersttijd en licht brengen in hun vroeg donkere huizen.

Niet de oude man die dag na dag opnieuw zijn wandelroute door de straten loopt. Niet de familie die de buurt met grote affiches informeert dat ‘ons bobonne 90 wordt vandaag’. Niet de gezelfteste dame die elke dag het openbaar vervoer trotseert om haar pas geopereerde man bij te staan. Niet de zoon die elke zondag zijn alleenwonende vader bezoekt, nu al twee jaar lang.

Niet de oude vrienden die een lange wandeling plannen, welk weer het ook is, om het contact levendig te houden….Ik kan zo nog wel even doorgaan lezer, maar bij deze wilde ik je laten weten dat er toch een hoop stilzwijgenden met ons in dezelfde schuit blijven zitten.

Ze halen het avondnieuws niet, maar ze zijn er wel. Ze proberen te roeien met de riemen die ze hebben.

 

Mvg

Frauke J.

 

Ps: We zijn een week later de Sint alweer een eind ver !

 

Comment

Comment

Frauke Jemand Coronabrieven 115 : ‘Over de beste stuurlui en de wal’(2)

Beste lezer,

Mij is het al een tijdje duidelijk: we zitten met zijn allen in dezelfde schuit, en dat voelt niet altijd comfortabel, want we waren het anders gewoon. In de beginfase, tijdens de lockdown, dacht ik dat we dit allemaal door hadden. Ik stond aan mijn deur en plots knikten onbekenden goeie dag, een stroom van solidariteit kwam op gang, er was muziek en respect voor de zorgverleners, er was zorg voor mekaar en familie- en andere banden werden aangehaald.

Intussen zijn we zoveel maanden verder en we zitten niet langer in één grote schuit: ik zie vele individuele bootjes rond dobberen in het ongewisse. Een echte uitweg uit het probleem is er nog niet. Het gemor in al die bootjes wordt luider, hoe meer boten hoe meer meningen, en meer en meer wordt het ieder voor zich. Wanneer er frustratie is zoeken we een een zondebok, en zoals dat gaat zijn diegenen die beslissingen nemen of advies geven de klos.

Dit laatse hoor ik nu wanneer ik aan mijn voordeur sta.

Mijn bescheiden mening is dat, wat men ook moge denken, niemand dit heeft gewild, niemand is blij met deze crisis: niet de zorgkundigen, niet de experten, niet de politici, niet de kappers, de cafébazen, de leraren, de politiemensen, de kinderen, de jongeren, de ouderen, werkgevers, werknemers, werklozen - het is niemands schuld. En zoals dat gaat bij elk groot malheur: iedereen lijdt.

Het is moeilijker om onze krachten te bundelen ipv ze te verdelen.

Dat vertel ik, aan mijn voordeur, tegen iedereen die er oor naar heeft.

Of met andere woorden: laat ons zoeken naar leefbaarheid ipv de klagende stuurlui aan de wal te zijn.

 

Mvg

Frauke J.

 

Comment

Comment

Frauke Jemand Coronabrieven 114: ‘De beste stuurlui en de wal’ (1)

Frauke Jemand Coronabrieven ‘De beste stuurlui en de wal’ (1)

 

Beste Lezer,


Ondanks het feit dat ik wat overvoerd ben met nieuwsuitzendingen over dit thema, kan ik het toch niet laten om sommige debatten te volgen waarin één of ander heet covidhangijzer op tafel ligt.

De formule is intussen bekend: er is een jounalist(e), die speelt moderator of ondervrager of rechter (soms alles tegelijk) en er zitten enkele panelleden op veilige afstand van elkaar. Het gaat over scholen open of niet, mondmaskers, covidsafeticket, vaccinatie … en ga zo maar door.

Er is altijd wel iets dat beter had gekund, sneller of trager, anders had gemoeten. Meningen te over en er is altijd wel iemand de klos. Ik moet dan denken aan al die mensen die zich dagelijks uit de naad werken om deze grillige pandemie het hoofd te bieden.

Soms vraag ik me af of de media niet opnieuw moeten afstemmen op de educatieve TV- en radioprogramma’s van weleer. Programma’s die ons iets bijleren over bv.: ‘Hoe te met geknotte takken en toch naar de hemel reiken? ‘ of ‘Waarom er niet op elke vraag een antwoord is’ of ‘Wat is vrijheid ?’, ‘Wat is verbondenheid?’. Programma’s die ons opnieuw met de voeten op de grond zetten in deze veranderende wereld, ipv blijvend op dezelfde nagels te kloppen.

Misschien biedt dit meer houvast en helpt het om onzekere tijden door te komen, en minder ondoordacht uit de nek te kletsen.

 Mvg,

 

Frauke J.

Comment

Comment

Frauke J.94: Frauke coronabrieven: ‘Het spoor bijster’

Beste Lezer,


Is het voor jou ook al lang geleden dat je de trein nam? Ik dacht eraan toen ik laatst door de onderdoorgang van het station stapte. ‘Hoelang zal het nog duren vooraleer ik opnieuw in de trein stap?’, mijmerde ik. Aangezien ik, de trein niet moet nemen om naar het werk te gaan, mijn dichtste familie in mijn directe omgeving woont, aangezien andere geliefde familie en vrienden ook de coronaregels respecteren, we de grenzen niet over mogen… blijf ik gewoon in mijn eigen bubbel. Mijn situatie is geen unicum, we zijn met velen die er zo over denken. En net nu, in deze reisluwe periode, meldt de NMBS het heugelijke nieuws om nog maar eens de loketten van een heel pak stations te sluiten.

De redenering is als volgt: ‘Aangezien meer en meer mensen hun ticket online kopen heeft het geen zin deze open te houden’. Ik vermoed dat het anderhalf jaar geleden is dat ik in verschillende grote stations vriendelijke assistenten aan ticketautomaten zag staan, om de reiziger, welwillend maar kordaat, te leren hoe je gebruik maakt van een automaat. Op mijn vraag of ik mijn ticket niet gewoon aan een loket kon kopen zei de dame in kwestie: ‘Ja, maar je vermijdt lange wachtrijen en het is niet zeker dat de loketten gaan openblijven.’ Van een cirkelredenering gesproken!

Zelf Doen-10.jpg

En nu krijgen ook de stations met sluitende loketten ,voor een aantal maanden, assistentie bij het wegwijs maken van de onwetende reiziger. Ze maken de klanten vertrouwd met de automaten en stations zonder personeel.

Het is een ideale tijd om mensen, die niet dagelijks het openbaar vervoer nemen, te laten wennen aan de nieuwe situatie: ze komen namelijk niet. Wellicht wordt binnenkort gezegd: ‘Er hebben zich zeer weinig klanten aangemeld aan de automaten, we veronderstellen dus dat iedereen er al lang vertrouwd mee is.’ Zo noemen we de besparing op banen tegenwoordig.

Weg station als gezellige ontmoetingsplaats, weg wachtplaats, weg mensen aan wie je iets kunt vragen, weg warme omgeving. Wat dat laatste betreft: het is al een tijdje bezig.

Mocht ik loketbediende zijn, ik zou me alvast omscholen tot veiligheidsconsulent, ombudsman/vrouw, allround functionaris  in een leeg station (mocht die functie al bestaan). Je kunt zo voorspellen dat zich binnen anderhalf jaar kwesties van onveiligheid en vandalisme aandienen.

De volgende stap: we schaffen alle laatavondtreinen af wegens te weinig reizigers die zich in verlaten stations wagen.

Toch iets waar de NMBS in uitblinkt: cirkelredeneringen en gebrek aan service.

Mvg,

Frauke J.

Comment

Comment

Frauke Jemand 87: Frauke coronabrieven: Kerst en andere feesten

Beste Lezer,

 

Net zoals jij, wellicht, maak ik op tijd en stond mijn wandeling. Graag dwaal ik rond in de stad op een stil uur van de dag. Vandaag kwam ik langs enkele laagbouwappartementen. In één daarvan van stond, op het gelijkvloers, een deur open. In de deuropening zat een oudere dame, een plaid om de schouders geslagen, de voorbijkomende wandelaars gade te slaan. Aangezien we in deze tijden, zelfs in de stad, al wat meer aimabel met mekaar omgaan, vroeg ik de dame hoe het met haar ging.

“ Oh, met mij gaat het wel”, zei ze geruststellend,“ ik heb al erger meegemaakt.” Het klonk luchtig en tegelijk waarachtig.

“Ik was net aan het bedenken dat ik acht jaar was toen het oorlog werd”, zei ze, “Ik bedacht ook dat mijn ouders, die hele winter, de rantsoenbonnekes telden om iedereen te eten te geven.”

“We leefden toen erg sober, want het huis van onze tantes was gebombardeerd, en we woonden met tien samen in één  appartement. Het was uitkijken met eten: delen en nog eens delen. Ik herinner me ook nog dat de goede Sint zich niet heeft laten zien dat jaar. Als achtjarige wachtte ik, samen met wat neefjes, op de goedheilige man.”

Ze mijmerde verder: “Ook een kind begrijpt dat er iets ernstig aan de hand is: je bent bang, maar je kunt niet de vinger leggen op wat er allemaal gebeurt, en onze ouders hadden al zorgen genoeg, je hield je dus gedeisd.”

De dame was nu echt op dreef: “Waarom blijven de media, in deze tijd, de kaart van het slachtofferschap trekken? Ze kunnen ook kiezen, zoals mijn ouders vroeger, om de mensen aan te moedigen: ‘ Vooruit! We moeten er nu eenmaal door of je dat nu leuk vindt of niet’. “Ik ben daar niet slechter van geworden, eerder sterker”,sprak ze fel.

“De enigen die echt te beklagen zijn, dat zijn de hulpverleners en de doodzieken”, vond zij die de oorlog nog had meegemaakt.

“En dan al dat gedoe rond de eindejaarsfeesten”, zei ze nog en ik zag dat het oude vuur haar had aangestoken, “ alsof er zoveel reden tot feesten is dit jaar, met meer dan 17 000 doden op de teller”. De dame klonk niet boos, niet aanstellerig; ze sprak nuchter en rustig, met de herinnering aan een niet te onderschatten verleden.

We hebben nog lang gepraat, na een tijd bedankte ik de haar om een deel van haar leven met mij te delen.

Ik zette mijn wandeling verder, mij verbazend over de stille kracht van een 88-jarige dame.

 

Mvg

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 74: Fraukebrieven in coronatijd: Welles-nietes op vakantie?

Beste Lezer,

 Waar ik op vakantie ga vraagt u zich misschien af. Wel, het is klaar en duidelijk: ik ga naar ‘Nieverans’. Dat zeiden we destijds wanneer je gewoon thuisbleef. En meestal voegden we er aan toe: ‘Het kan daar ook schoon zijn’. Reken maar!

Vandaag worden halve nieuwsuitzendingen besteed aan waarheen gereisd mag worden. Liefst wordt er nog wat drama rond gemaakt zoals : ‘Ja kijker, we snakken allemaal naar vakantie…’ En dan komt het: eerst  kunnen we niet snel genoeg weg zijn vervolgens de vraag: gaan we wel terug geraken en hoe? Veel vragen om duidelijkheid en om zekerheid. ‘Mogen we naar buiten, en naar welk buiten?’. Het lijkt of het gezond verstand ook met vakantie is.

Om eerlijk te zijn: het vakantiegedoe werkt me danig op de zenuwen.

Het nieuws van de dag is de kustdrukte en de gekleurde regio’s in het buitenland alsof er geen oorlogen meer zijn, geen vluchtelingen…. Maar vooral erger ik me aan het feit dat mensen, journalisten, nog altijd niet door hebben dat we met iets ongekends, iets ongezien te maken hebben. Dat het je niet vooruit helpt om te willen dat alles zo snel mogelijk weer is zoals voorheen. Je kunt de nieuwe situatie niet afdwingen, niet naar je hand zetten, hoezeer je dat ook, om allerlei redenen, zou willen.

Bedenk even het volgende, lezer: je hebt net te horen gekregen dat je een levensbedreigende kanker hebt. Het nieuws is zo groot dat je het eigenlijk niet kunt bevatten. Bovendien zegt de dokter : ‘We kunnen dit nog proberen of dat, maar we zijn niet zeker of het werkt’. Je eerste reactie is er wellicht één van onbegrip: ‘Waarom ik?’ en ‘Ik heb zoveel plannen’. Je tweede reactie: ‘Ik zoek een weg om zo gauw mogelijk terug mijn normale leven te leiden’. De derde reactie: ‘Ik zoek koortsachtig naar een tovermiddel om te genezen’. Tenslotte dringt stilaan de waarheid tot je door: dat er iets ernstigs aan de hand is, en dat je het in de ogen moet durven kijken. Plots is de geplande wandeling in de bergen van ondergeschikt belang, je plannen schuiven op de lange baan. Je kop in het zand steken hou je niet langer vol, want je gezondheid en welzijn en dat van je familie gaan voor. Je volgt gedwee het advies van de dokters om zo lang mogelijk het goede leven te behouden, ook al kost dat je behoorlijk wat moeite.

In dit voorbeeld gaat het over de gezondheid van één persoon, in het geval van de pandemie gaat het over de gezondheid van de gehele mensheid.

Hoeveel doden nog vooraleer het doordringt dat de wereldgezondheid op het spel staat. Ook hier is het een kwestie van offers brengen. Het is in het belang van ons allemaal dat deze pandemie zo snel mogelijk wordt bedwongen. Dat is goed voor ons levensbehoud, goed voor ons welbevinden, op langere termijn goed voor de wereldeconomie en voor de natuur. Alle kleine en grote pleziertjes zijn daar voorlopig ondergeschikt aan. Misschien mag een nieuwsuitzending zo eens beginnen.

‘Nieverans’ is trouwens de ideale plek om daar, bij een goed glas wijn, over na te denken.

 

Mvg (van aan mijn voordeur)

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 64: Fraukebrieven in coronatijd: Applaus voor de zorgverleners

Beste lezer,

Nu we in ons kot zitten bereiken ons allerlei boodschappen om er - figuurlijk - uit te breken. Hoe minder volk op straat hoe meer volk we op schermen zien passeren. Er wordt van alles gedaan om minstens virtueel buiten te komen.

Zo zijn het lovenswaardige avondlijk applausinitiatief en de witte lakens u wellicht niet ontgaan.

Het is nu éénmaal zo dat verschillende groepen van de bevolking deze crisis verschillend doormaken. Een groep verveelt zich stierlijk omwille van te kleine behuizing, technische werkloosheid, weinig lessen en noem maar op. Een andere groep begeeft zich elke dag, al dan niet met plezier, naar het werk. Een volgende groep werkt vanuit zijn kot.

Eén groep werkt zich zowaar te pletter om coronapatiënten en andere zieken te helpen. De ziekenhuizen liggen vol, en waar veel zieken liggen zijn er ook mensen nodig om ze te verzorgen,  zowel direct aan de bedden als op de achtergrond. Daarnaast zijn er de mensen die ons voortdurend op de hoogte houden van de stand van zaken, experten die heen en weer draven tussen tv-studio’s en ziekenhuis.

 ‘Applaus doet deugd’, zei een verzorgende, ‘maar we hebben meer beschermend materiaal nodig’, en in dezelfde trant werden er nog wel enkele opmerkingen geopperd, zoals ‘hou u als burger strikt aan de regels’.

Intussen wordt de druk niet alleen in de ziekenhuizen opgevoerd: er is overal ongeduld, en elke avond komt er wel iemand op tv om dat te onderstrepen. Vragen zoals: ‘hoe lang denkt u nog dat het duurt?’ zijn schering en inslag. Of opmerkingen over : de leerlingen die achterstand zullen hebben, de economie die niet of bijna niet draait. De onrust en het ongeduld is groot. Uiteraard ben ik geen deskundige ter zake, en gewoon vanuit gezond verstand begrijp ik dat er wereldwijd schade wordt geleden en dat vele mensen daaronder lijden. Maar helpt het om het ongeduld aan te wakkeren, er in te koteren?

Met eindeloos geduld leggen experten opnieuw en opnieuw de toestand uit. Chapeau!

Beste lezer ik hou mijn hart vast dat dit ongeduld tot foute beslissingen kan leiden door bijvoorbeeld scholen, winkels, bedrijven te vroeg te openen - wie zal daar de gevolgen van dragen?

Inderdaad: de zorgverleners die dan opnieuw op de bres zullen moeten staan. Ik vrees dat een applaus dan niet voldoende zal zijn om hen te helpen zich blijvend recht te houden.

 

Mvg

 

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 63: Fraukebrieven in coronatijd: Keuzes maken

Beste Lezer,

In tijden van rampen worden zelfs de moeilijkste obstakels niet gemeden, zo is dat ook in pandemietijd. Gretig zijn we op zoek naar correcte informatie en neen, we schuwen het niet om de ergste rampscenario’s onder ogen te zien. Zo werd er op een avond op televisie een, naar mijn aanvoelen, serene discussie gevoerd over wat er diende te gebeuren indien er keuzes tussen patiënten moesten worden gemaakt. De kwestie van leven of dood, dus.

Dat was even slikken.

Frauke Corona-2.jpg

Aangezien dit voor dokters en verplegend personeel niet anders is, hadden deskundigen ter zake gewerkt aan een redelijke ethische code. In de discussie passeerden allerlei factoren de revue: de gezondheidstoestand van een coronapatiënt, de mogelijke levensverwachting, de leeftijd…. Alhoewel je dan rationeel alle begrip hebt en zelfs akkoord bent met de weloverwogen richtlijnen, toch kruipt er op zulk moment een koude rilling over je rug. De kloofjes tussen generaties worden plots, vanaf 65 jaar, dieper, en met het stijgen van de leeftijd vergroten ze nog. Ik bleef er niet te lang bij stilstaan, al sliep ik slecht de nacht nadien.

Dit weekend werd ik echter op vrij brutale wijze opnieuw geconfronteerd met dit toch wel pijnlijke onderwerp. In een krantenartikel werpt een Nederlandse psychiater/filosoof op dat we bezig zijn een zwakke en op de maatschappij wegende groep te redden ten koste van een jonge, weinig weerbare generatie…. en nog meer van dit soort informatie. Ik weet niet, lezer, of deze expert in kwestie er heeft bij stilgestaan dat net die meest zwakke, op de maatschappij wegende groep van de bevolking als kind, of misschien zelfs als baby, WO2 heeft meegemaakt. Of ze zijn net voor die oorlog geboren en hebben het schone van hun jeugd in weinig comfortabele (na)oorlogsjaren doorgebracht, en later hielpen velen van hen de economie terug op gang. Die jonge generatie van toen, nu de zwakste ouderen, werd aangemaand om zich tot en met in te zetten voor het land. Sommigen hebben amper een kindertijd of jeugd gehad, zijn vroegtijdig gaan werken omdat er armoede was, omdat ze één van hun ouders verloren hadden in die oorlog.

Die man, die uit de krant, houdt zich bezig met ‘angst’ en noemt het coronavirus ‘geniaal’.

Je zou verwachten dat een filosoof/psychiater zich wat meer zou bezinnen vooraleer hij er van alles uitflapt.

Daarenboven springt hij lichtzinnig om met deze epidemie, waar nog bijzonder weinig over geweten is. Het is niet omdat je iets over angst weet dat je ook de viroloog moet uithangen. Het is niet omdat je iets over angst weet dat je de econoom moet spelen. Er is al herhaaldelijk gezegd dat niemand er zeker van kan zijn dat hij of zij niet ziek wordt  en dat er ook jongere mensen aan sterven.

Neen lezer, ik wil mijn hoofd niet in het zand steken voor alle problemen die deze pandemie met zich meebrengt, niet de economische en zelfs niet de pijnlijke zoals keuzes maken. En dat we als burgers de nodige verantwoordelijkheid moeten dragen, jong zowel als oud, daar ben ik vast van overtuigd.

Toch wil ik pleiten voor begrip en niet uit je nek kletsen, en al zeker niet als je deskundige bent.

Weg met de ‘glazenbolrethoriek’!

Ik pleit voor respect, voor het niet uiteen spelen van generaties, en vooral: voor verantwoordelijkheidszin (elk op zijn terrein), voor veel gezond verstand en ethiek wanneer het er op aankomt.

 Mvg,

 Frauke J.

 

 

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 62 : Brieven in coronatijd: Moeilijke woorden: Social distancing

Beste lezer,

Social distancing (sociale onthouding in het Vlaams) is een woord dat wij pas zeer recent hebben leren kennen, ik toch. We begrijpen dat je nu minstens een anderhalve meter afstand moet houden en dat handen schudden, knuffelen en omhelzen uit den boze zijn. Zo zie je maar, je bent nooit te oud om iets af te leren.

Alhoewel - deze week nog zag ik in mijn straat een groepje, jawel groepje, van vijf mensen die vlak naast elkaar kuierden. Niet iedereen heeft ‘social distancing’ al begrepen, het is tenslotte pas in ons leven. We zijn het zo gewoon naast elkaar te lopen. We zijn wel noorderlingen, maar toch houden we ervan elkaar de hand te schudden, te knuffelen en te omarmen.

Aanraken en aangeraakt worden: het is des mensen, een diepgeworteld verlangen naar warmte, zachtheid, verbonden zijn met elkaar. En ik heb het hier dan over de omhelzing van niet samenwonende geliefden, de vriendschappelijke zoen, de kus tussen (groot)ouders en (klein)kinderen, het bemoedigende schouderklopje, de aai over de bol, de warme handdruk en noem maar op. Het zijn gebruiken die wij van kindsbeen af hebben meegekregen, we betonen hiermee onze betrokkenheid. Met onze aanrakingen geven we onze warmte en een beetje van onszelf door aan anderen, en omgekeerd krijgen we dit ook terug.

Er zijn mensen die beweren dat we dat nu allemaal kwijtspelen, er zijn mensen die beweren dat smetvrees het nieuwe normaal zal zijn. Er zijn mensen die beweren dat ganse culturen deze social distancing hanteren vanuit ziektevrees.

Ik vraag me af in welke glazen bol die al dan niet zelfverklaarde experten kijken. Zijn zij de waarzeggers van de 21ste eeuw en gaan we nu bepaalde cultuurverschillen meteen ook koppelen aan een nieuw ziekteverschijnsel? Gaan we deze moeilijke tijd waarin, noodgedwongen, een nieuw fenomeen zoals ‘social distancing’ de kop opsteekt, bestempelen als het nieuwe normaal van de toekomst? Gaan we nu beweren dat wij onze nood aan aanraken en aangeraakt worden meteen kwijtspelen?

Beste lezer, jij noch ik noch al die zelfverklaarde experten weten het, de tijd zal het wel uitwijzen.

Eén ding is wel duidelijk: in onzekere tijden steken de raarste voorspellingen de kop op. Ik pleit ervoor om met een warm hart het hoofd koel te houden, en wat morgen is, dat zien we dan wel weer.

 

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 61: Brieven in coronatijd: Knuffelen, huggen en omhelzen

Beste lezer,

Er is ons gezegd: ‘mix de generaties niet’ wanneer een onbekend virus rondwaart in de wereld. Het is wellicht een slimme maatregel om de meest vatbaren, de ouderen, te beschermen.

Zodoende wandel ik in mijn ééntje wat rond in bijna verlaten straten. Bijna, zeg ik, want daarnet passeerde mij een gehaaste jonge vrouw met kinderkoets, ze stak de straat over.

Hoe lang zullen de generaties zich niet mixen? Weken? Maanden?

Ik mijmer maar wat.

En hoe zal het zijn wanneer we elkaar, (minder) oud en jong, terugzien?

Zullen we elkaar, nu we het na al die tijd gewoon zijn, begroeten met een lacherig ‘elleboogje’ of een speels voetje? Zullen de kleinsten hun grootouders nog wel herkennen? Misschien vraagt de baby, intussen enkele maanden oud, zich verschrikt af: ‘wie is die vreemde vrouw of man die kirrend ‘toedelie’ met mij wil spelen?’. En zullen wij die baby in onze armen durven nemen of ons intussen in stilte afvragen ‘oei, wie besmet hier wie?’.

Kleuters en andere schoolgaanden die de wekelijkse opvangroutine door oma en opa nu doorbroken zien en alle aandacht krijgen van hun ouders (velen toch): vinden zij de weg terug naar de grootouders?

Onlangs hoorde ik enkele oudere dames zeggen: ‘nu zal men eens voelen van welke betekenis wij ouderen nog zijn’, maar daarop antwoordde iemand: ‘het omgekeerde kan ook, de ouders stellen misschien vast dat zij het ook wel zonder ons aankunnen.’

Tja, dat zijn twee waarheden, maar dat zou ervoor zorgen dat de generatiekloof groter wordt.

Neen, lezer, toch geloof ik dat niet. Ik weet niet of we elkaar, over leeftijden heen, straks onstuimig in de armen vallen. Ik weet niet of we twee keer zullen nadenken bij het knuffelen van een snottebellenkindje, maar ik geloof er rotsvast in dat vroeg of laat (realistisch bekeken eerder laat) de generaties elkaar weer knuffelen en omhelzen.

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

 

 

 

Comment