Viewing entries in
migratieproblematiek

Comment

Fraukebrief 50: Wie J zegt moet K zeggen: Een nieuwjaarsbrief met een mening

Beste Lezer,

Vandaag schrijf ik u mijn vijftigste brief, dat kan tellen.

Eerst en niet in het minst, lezer, wil ik u bedanken om mijn brieven te lezen en te blijven lezen. Dat ik mijn mening mag uiten, al is ze van weinig tel in de grote wereld, is belangrijk voor mij. Stiekem hoop ik dat u af en toe ook wat herkenning vindt in mijn woorden, al verwacht ik niet dat mijn mening ook uw mening is.

Vijftig brieven aan u, lezer: dat is een mooi getal, misschien tijd om er mee op te houden? Het einde van een jaar is een gelegenheid bij uitstek om die streep te trekken. Ja lezer, daar heb ik lang over nagedacht en getwijfeld - verder doen of niet?

Brief50-2.jpg

Maar de tijden zijn duister en er liggen nog vele hete hangijzers in het vuur. Mag je in woelige tijden je mond houden, ook al ben je van weinig tel? Ik blijf mezelf voorhouden dat een niemand ook ‘iemand’ is, dus een burger die iets te vertellen heeft. Wie zijn ‘de mensen’ anders dan vele niemanden samen?

Bovendien is mijn alfabet nog niet af, en ook: ik heb a gezegd en moet b zeggen, dus doorgaan tot het bittere einde.

Neen, we zijn nog niet klaar. Neem nu ‘De kracht van verandering’, één van de slogans van de verkiezingen, maar meer dan ooit is alles bij het oude gebleven: een land zonder volwaardige regering en met veel gekibbel.

Er rijden nog altijd te veel auto’s rond en we leven in een fase van wel willen maar nog niet echt kunnen; mensen worden gestimuleerd om te fietsen, maar er is nog veel werk aan de winkel om de situatie in Nederland of Denemarken te evenaren. Dat leidt af en toe tot hilarische maar ook pijnlijke toestanden tussen voetgangers en alle vormen van rollend verkeer.

Ons openbaar vervoer doet zijn best om vlot door het land te rijden, stokt echter af en toe en om allerlei redenen. En dan zijn we terug bij af.

Er zijn ook nog die andere problemen: in de Kerstnacht waren er meer dan 600 oproepen naar teleonthaal. Een groot deel daarvan uit eenzaamheid. Wanneer ik aan mijn deur sta en rondom mij kijk zie ik in die drukke wereld veel onzichtbare zichtbaren door de straten dolen. Er zijn warme weken en warme mensen, desondanks hadden veel nieuwkomers zich het onthaal in ons welvarend landje anders voorgesteld.

Toch is het niet al kommer en kwel, lezer, want er zijn ook veel mensen die dag in dag uit hun best doen om deze planeet leefbaar te houden, niet in het minst de jongeren.

Beste lezer, ik ga u voorlopig blijven schrijven, in de hoop dat u, die mij regelmatig leest, een stille bondgenoot blijft.

Bij deze wens ik u een zalig en gelukkig nieuw jaar.

Mvg.

Frauke Jemand

PS: De foto’s bij mijn brieven maak ik niet zelf. Ene Herman Baert trekt er af en toe op uit om het dagelijks gebeuren rondom ons treffend in beeld te brengen..

 

Comment

Comment

Fraukebrief 47: Wie G. zegt moet H. zeggen: ‘Wie nu geen huis heeft….’(1)

Beste Lezer,

‘No clothing no toothbrush’: iets dergelijks zag ik hangen op de spiegel van een openbaar toilet in een station. Een andere keer had ik een briefje zien hangen waarop stond dat je extra moest betalen wanneer je van kleding wisselde of je tanden poetste in de toiletruimte. Deze korte mededelingen zetten me aan het denken. Stel het je voor, lezer: je hebt er een lange treinrit opzitten en je komt aan in een stad: een beetje opfrissen zou nu handig zijn. Het eerste wat je echter ziet in de toiletruimte is een spiegel met dit kleine briefje dat boekdelen spreekt.

Akkoord, tandpasta in lavabo’s, achtergelaten kleding en zakken zijn vervelend, zeker ook voor toiletdames. En dat is begrijpelijk: zij lopen nu al voortdurend, met spons of dweil, achter de bezoekers van het kleinste kamertje. En toch: het oogt weinig gastvrij wanneer je na een lange treinreis ergens aankomt en het openbaar toilet je waarschuwt met een dergelijk bericht.

Hoe moet het trouwens met wie op straat leeft en in principe aangewezen is op  openbare sanitaire voorzieningen? Waar gaan zij zich wassen, hun behoefte doen? Of is er een soort niemandsland, een donkere (letterlijk) en vieze plaats voor wie geen huis heeft en dus ook geen badkamer en wc?

Is een treinstation en ook het toilet aldaar een openbare ruimte en dus voor iedereen toegankelijk? Voor de treinreiziger die op dat ogenblik zwervend is én voor de echte zwerver die geen huis heeft? Vooral deze laatste is werkelijk te beklagen, de tijdelijke zwerver kan naar een warme plek met voorzieningen, zij het een huis of hotel. Voor wie op straat leeft is het dag in dag uit behelpen.

Maar er is ook hoopvol nieuws: in sommige steden zetten kleine groepjes zelfstandigen initiatieven op waarin daklozen een kop koffie, een toiletbezoek wordt aangeboden. De sanitaire voorzieningen van de spoorwegen, die hoe dan ook al niet veel voorstellen, kunnen er nog iets van leren.

Mvg,

Frauke J.

 

 

Comment