elke dag is een nieuw gebed

ik zeg herzeg aanroep je naam

tot je bloed in mijn vingers klopt

je oog zich opent, zoekt

de duisternis aftast tot de rand

van het té witte licht

 

op de tast in de schemering

zoekend naar begaanbare wegen

loert chaos niet te ontwijken struikelsteen

wij zijn zonder stem verdwaald in eigen bos

stilte op het schaduwpad

gloed binnenin de heksenkring

vlinders leven in maanschaduw

(hoe lang nog?)

vogels klinken iel tussen licht en duister

 

tot iemand de vraag stelt

hoelang de wereld duren blijft

hoever het lopen is

waren we maar in de omgeving

van licht, we zouden zien.

 

Uit Tweeblik , E.B. Cleenwerck, 2012

Comment