Beste Lezer,
In vorige brief had ik het o.a. over diegene die geen huis heeft en dus ook geen sanitair. Er verschijnt de laatste tijd veel berichtgeving over hoe moeilijk het is voor erkende asielzoekers om een woonst te vinden. In de meeste steden zijn de huizen erg duur, en zelfs goedkope huizen worden slechts met veel moeite aan nieuwkomers en hun gezinnen verhuurd. Onlangs nog stond in de kranten het verhaal van enkele asielzoekers die in krotten zonder water en elektriciteit woonden, de ratten hadden er vrij spel. Dit probleem heeft een staartje gekregen, de huisjesmelkers worden hopelijk aangepakt. Wel vraag ik me af wat er van de getuigen in die uitgewoonde panden is geworden. Waar zijn ze gebleven? En hebben ze nu een propere woonst gevonden?
Een plek om te wonen is een begin, een nieuwe start. Een plaats waar je je nest kunt maken en tot rust komt, weg van alle doorstane ellende, waar je vooruit kunt kijken naar een toekomst. Het begin van een nieuw leven.
Nu wintert het(een beetje), het donkert vroeg en de stad is opgemaakt voor een gezellige kerstperiode. Glitters, lichtjes…en uiteraard veel cadeaus en lekker eten in de winkels. De stad lijkt wel een warm bad(voor wie geld heeft).
Wanneer ik er in rondloop schiet de zin van de bekende dichter Rilke me te binnen: ‘Wie nu geen huis heeft bouwt er geen meer..’
In het geval van de medemens die met zijn hele hebben en houden in het station of onder een brug zit, die ronddoolt in de straten, klinkt die zin wellicht ietsje anders: ‘Wie nu geen huis heeft krijgt er geen...’
Is het een idee om leegstaande panden een nieuwe bestemming te geven? Laat het dan wel geen krot zijn zonder water en elektriciteit. Wist u trouwens dat er in Europa meer leegstaande woningen dan daklozen zijn?
Mvg,
Frauke J.