Viewing entries in
coronavirus

Comment

Frauke Jemand 91: Frauke coronabrieven: ‘Jij hebt makkelijk praten, voor mij is het erger.’

Beste Lezer,

In mijn vorige brief had ik het over de dame aan haar deur, en hoe ze vond dat iedereen er zelf maar wat van moest maken.

Niet iedereen was opgezet met haar woorden.

‘Zij heeft makkelijk praten’, opperde een lezer, ‘zij heeft haar leven al gehad en kan nu rustig naar de bomen kijken.’

Een ander vond dan weer dat de dame wel ergens gelijk had, maar dat er ook mensen zijn die het erg moeilijk hebben. ‘Neem nu die arme studenten en jongeren. Die dame ziet wellicht niet dat alle horecazaken gesloten zijn, zij komt niet in de stad.’

Net vandaag zag ik in de krant een artikel waarin ouderen stellen: ‘Wij hebben een zwaar leven gehad en maar weinig toekomst meer, we verlangen nog naar iets beters dan eenzaam zijn.’ En op een andere pagina las ik over de gesloten cafés en restaurants die dreigen failliet te gaan. Lezer, ik begrijp alle opmerkingen en berichten wel, en tegelijk vraag ik me af of het zin heeft om een wedstrijdje ‘Wie is de meest beklagenswaardige van het land?’ te houden. Of beter nog: van de wereld.

Closed-1.jpg

Trouwens, ik kan nog wel wat groepen bedenken die aan de wedstrijd willen deelnemen: allen die werkloos zijn, of niet weten hoe hun schulden af te betalen, de huishoudhulpen die dagelijks bij mensen aan huis komen, de mensen in de fabrieken die niet online kunnen werken en iedereen die het bordje ‘gesloten’ aan de deur heeft hangen.

Wie wil niet eens ventileren hoe zwaar het allemaal is, hoe diep het in het vel snijdt?

De vraag blijft echter of de mensheid, wie het ook is, geholpen is met het slachtofferschap.

Dat doen we toch ook niet met vluchtelingen, met mensen die een zware diagnose krijgen of ander onheil meemaken. We luisteren met mededogen naar hun verhaal, tonen begrip - maar hoe gaat het dan verder? Neem nu het Syrische gezin hier om de hoek. Enkele jaren geleden waren zij op de vlucht, alles kwijt, familie ver weg. Sindsdien hebben ze een hele weg afgelegd, hier en daar was er wat hulp maar veel hebben ze zelf gedaan: een taal leren, proberen integreren, kinderen naar school laten gaan, werk zoeken. De ouders waren in hun land bijna afgestudeerd aan de universiteit, nu is de man taxichauffeur: ‘Ik offer mijn carrière op om geld te verdienen voor mijn gezin, mijn vrouw kan hier verder studeren en de kinderen ook.’ Gelukkig was er een handvol mensen dat zich om hen bekommerde en hen vroeg: ‘Wat kunnen we voor jullie doen?’ Ja: ze dragen hun pijn en frustratie mee, ja: er blijft een zekere nostalgie naar het leven van vroeger (het leven is niet meer hetzelfde), een zekere hoop ook op ‘ooit teruggaan’. En toch zijn ze hier begonnen aan een nieuw leven. Het lijkt hen stilaan te lukken.

Misschien denkt u nu, lezer: ‘Maar dat is toch iets helemaal anders dan wat wij meemaken!’

Het is anders, zeer zeker, maar ergens ook weer niet.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 74: Fraukebrieven in coronatijd: Welles-nietes op vakantie?

Beste Lezer,

 Waar ik op vakantie ga vraagt u zich misschien af. Wel, het is klaar en duidelijk: ik ga naar ‘Nieverans’. Dat zeiden we destijds wanneer je gewoon thuisbleef. En meestal voegden we er aan toe: ‘Het kan daar ook schoon zijn’. Reken maar!

Vandaag worden halve nieuwsuitzendingen besteed aan waarheen gereisd mag worden. Liefst wordt er nog wat drama rond gemaakt zoals : ‘Ja kijker, we snakken allemaal naar vakantie…’ En dan komt het: eerst  kunnen we niet snel genoeg weg zijn vervolgens de vraag: gaan we wel terug geraken en hoe? Veel vragen om duidelijkheid en om zekerheid. ‘Mogen we naar buiten, en naar welk buiten?’. Het lijkt of het gezond verstand ook met vakantie is.

Om eerlijk te zijn: het vakantiegedoe werkt me danig op de zenuwen.

Het nieuws van de dag is de kustdrukte en de gekleurde regio’s in het buitenland alsof er geen oorlogen meer zijn, geen vluchtelingen…. Maar vooral erger ik me aan het feit dat mensen, journalisten, nog altijd niet door hebben dat we met iets ongekends, iets ongezien te maken hebben. Dat het je niet vooruit helpt om te willen dat alles zo snel mogelijk weer is zoals voorheen. Je kunt de nieuwe situatie niet afdwingen, niet naar je hand zetten, hoezeer je dat ook, om allerlei redenen, zou willen.

Bedenk even het volgende, lezer: je hebt net te horen gekregen dat je een levensbedreigende kanker hebt. Het nieuws is zo groot dat je het eigenlijk niet kunt bevatten. Bovendien zegt de dokter : ‘We kunnen dit nog proberen of dat, maar we zijn niet zeker of het werkt’. Je eerste reactie is er wellicht één van onbegrip: ‘Waarom ik?’ en ‘Ik heb zoveel plannen’. Je tweede reactie: ‘Ik zoek een weg om zo gauw mogelijk terug mijn normale leven te leiden’. De derde reactie: ‘Ik zoek koortsachtig naar een tovermiddel om te genezen’. Tenslotte dringt stilaan de waarheid tot je door: dat er iets ernstigs aan de hand is, en dat je het in de ogen moet durven kijken. Plots is de geplande wandeling in de bergen van ondergeschikt belang, je plannen schuiven op de lange baan. Je kop in het zand steken hou je niet langer vol, want je gezondheid en welzijn en dat van je familie gaan voor. Je volgt gedwee het advies van de dokters om zo lang mogelijk het goede leven te behouden, ook al kost dat je behoorlijk wat moeite.

In dit voorbeeld gaat het over de gezondheid van één persoon, in het geval van de pandemie gaat het over de gezondheid van de gehele mensheid.

Hoeveel doden nog vooraleer het doordringt dat de wereldgezondheid op het spel staat. Ook hier is het een kwestie van offers brengen. Het is in het belang van ons allemaal dat deze pandemie zo snel mogelijk wordt bedwongen. Dat is goed voor ons levensbehoud, goed voor ons welbevinden, op langere termijn goed voor de wereldeconomie en voor de natuur. Alle kleine en grote pleziertjes zijn daar voorlopig ondergeschikt aan. Misschien mag een nieuwsuitzending zo eens beginnen.

‘Nieverans’ is trouwens de ideale plek om daar, bij een goed glas wijn, over na te denken.

 

Mvg (van aan mijn voordeur)

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 73: Fraukebrieven in coronatijd: Mondkapje verplicht.

Beste Lezer,

 Laat ik u nog één keer lastigvallen met het fameuze mondkapje.

We dragen het nu allemaal in winkels, musea en concertzalen. Vorige week nog liet een verkoopster mij weten dat het in haar winkel absoluut niet nodig was om dit kleinood te dragen. Zelf had ze er ook geen aan. Ze liet me duidelijk weten dat ze het allemaal maar niks vond en iets voor bange hazen.

Vandaag liep ik voorbij haar winkel en jawel hoor: sinds het mondkapje verplicht is draagt ook zij het, net als iedereen.

Alhoewel - we wonen in Belgenland en soms denk ik dat wij de uitvinders zijn van ‘regels en wetten zijn er om te omzeilen’.

Zo was er iemand die vertelde: ‘Ik heb mijn mondkapje altijd bij, zodat ik geen boete krijg, maar in de trein laat ik het wat zakken zodat ik kan ademen. Het is rap opgezet wanneer de treinconducteur langskomt’. En laatst bij de dokter zaten twee jonge dames met elkaar te praten, het mondkapje als een bandana op het hoofd.

Toch is het voor veel mensen wellicht een opluchting: nu het een verplichting is kunnen ze niet meer aanzien worden als bange hazen. Zelfs de meest stoer doende presidenten begeven zich schoorvoetend in mondkappenland.

 

Mvg,

 

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 72: Fraukebrieven in coronatijd: Met of zonder?

Beste Lezer,

Het mondkapje laat u blijkbaar niet onberoerd, en inderdaad: de meningen zijn verdeeld over de benaming ervan. Maar zoals gezegd hou ik het bij ‘mondkapje’.

De meningen zijn ook verdeeld over het al dan niet dragen ervan. Voor sommigen is het te warm, anderen kunnen niet goed ademen, bij nog anderen irriteert de stof, en ga zo maar door. Anderen voelen zich dan weer van hun vrijheid beroofd. Het zagen en klagen is nu eenmaal eigen aan nieuwe situaties en coronatijd.

Aan de bushalte is het de gewoonste zaak van de wereld en ook in het station is dat zo, omdat het verplicht is. Net als bij de kapper, de dokter. Het liefst zien de virologen ons dit kleinood dragen op drukke plaatsen en graag verplichten ze het in winkels.

Zijn de leiders van ons land bang om het ook daar te verplichten en kiezen ze voor vrijheid blijheid van de consument? Of rekenen ze op ‘het gezond verstand’ van de burger?

Gisteren deed ik enkele boodschappen in de stad en het moet gezegd dat het maar matig gesteld is met dat gezond verstand. Er staan pijlen die de looprichting op het voetpad aanwijzen, maar evenveel mensen lopen tegen de richting in. Ik stond te wachten in een nauw gangetje bij de ingang van een winkel. Twee dames probeerden me voorbij te steken, ze hadden niet gelezen dat slechts één persoon het kleine winkeltje binnen mag. Het liefst hadden ze me een duwtje gegeven om opzij te gaan. Met verbazing keken ze naar mijn mondkapje alsof ik van een andere planeet kwam. In een andere winkel droeg zelfs het personeel geen mondkapje en handgel was er niet te vinden.

Ook op markten, parken en pleinen waar veel mensen samenkomen is de neus-mondbedekking maar matig. Er zijn de regels - en er is de praktijk.

Soms vraag ik me af of we in zekere zin kinderen blijven die hun schools gedrag nog niet kwijt zijn: ‘indien we het niet moeten kennen voor het examen’ dan studeren we het niet. Ook met de mondkapjes is het zo: zolang het niet ‘moet’ van experten of politici doen we het niet.

Foto Roger De Becker

Foto Roger De Becker

Al zijn er uitzonderingen, sommige mensen maken van de nood een deugd en zien het mondkapje als onderdeel van hun actie(zie foto), het kan ook zo.

Mvg,

Frauke J.

PS: Vluchtelingenwerkvlaanderen.be

 

Comment

Comment

Fraukebrief 70: Fraukebrieven in coronatijd: Huidhonger

IMG_4608.JPG

Beste Lezer,

De laatste tijd worden we met veel nieuwe woorden om de oren geslagen: balkonades, raambezoek, lockdownfeestje, social distancing, e-piritieven. Maar één woord springt er voor mij tussenuit: huidhonger. Vrij vertaald is dat honger hebben naar huid.

Ik weet niet hoe u er tegenaan kijkt, maar ‘huidhonger’ klinkt voor mij nogal bruut. Het doet me denken aan hoe dat gaat bij gewone honger: dat je met je gezicht tegen het raam van een patisserie staat en en met begerige blik naar alle lekkere koeken staart, klaar om aan te vallen als het even kan. Of ik zie het als in een film: een uitgehongerd straatjochie loopt langs een marktkraam en gapt een sappige perzik om er vervolgens een stevige hap uit te nemen.

Bij huidhonger gaat het echter om mensen, en dan lijkt een hap hier of daar een nogal vampierachtige manier van doen.

Ik begrijp dat ook jij en ik, lezer, in deze tijden van zo weinig mogelijk contacten en social distancing, behoefte hebben aan mensen aan een knuffel, een streling, een stevige omhelzing maar dat, tenminste wat mezelf betreft, omvat net iets meer dan het vel van de ander willen.

Bovendien klinkt het woord huidhonger onpersoonlijk, alsof je een hap uit eender wie wil nemen.

Net vandaag, nu ik het met jou over dat lelijke woord wil hebben, lees ik in de krant een artikel van een psychologe die mijn mening deelt over het woord. Bovendien suggereert ze dat je zelfs op verre afstand mekaar mentaal kunt aanraken. Zij vertelt hoe de pen van een geliefde haar over landsgrenzen en verre afstanden mentaal heeft aangeraakt.

Het is het proberen waard, wie weet komt de aandacht voor de hoofse poëzie terug. Of beschrijven we in een lyrische brief ons verlangen naar de andere.

 

Mvg,

Frauke Jemand

 

Comment

Comment

Fraukebrief 69: Fraukebrieven in coronatijd: Moeilijke vergelijking: “het is zoals in de oorlog”

Beste Lezer,

Volg je ook de reeks ‘Kinderen van de holocaust’: over mensen die de oorlog zelf als joods kind hebben meegemaakt of er in hun familie mee geconfronteerd zijn?

Deze volwassenen, toen nog kinderen, vertellen niet zonder pijn welke vreselijkheden zij en/of hun ouders hebben meegemaakt in de kampen. Hoe ze zonder pardon vernederingen hebben gezien of meegemaakt, dat ze hun ouders of één van beiden nooit meer hebben teruggezien. Het is ronduit schokkend dat het gemis nooit meer verdwijnt en ze het dus heel hun leven meedragen. Ik heb er moeite mee wanneer mensen de huidige coronacrisis vergelijken met een oorlogssituatie. Je kunt dit niet vergelijken.

Uiteraard is deze crisis een ongewone situatie en voor sommige mensen in penibele situaties zwaar om dragen. Uiteraard is het voor zwaar zieken en hulpverlenend personeel bijzonder hard. We kunnen er niet om heen dat deze crisis gevolgen zal hebben op vele domeinen van ons leven.

Maar wat mij zo heeft aangegrepen in ‘Kinderen van de holocaust’, is dat deze mensen zo sereen, weliswaar met veel pijn en verdriet, vertellen over de vijf jaar die hun hele leven voor goed veranderden. Ze drukten een onuitwisbare stempel op hun hele leven. Nu, in deze crisistijd, wordt er veel gesproken over wat we allemaal moeten missen, en dat we ons leven niet kunnen opnemen zoals voorheen. We beklagen ons of er wordt voor ons geklaagd in talloze programma’s.

Maar deze joodse oorlogskinderen spreken over een ander soort missen, voor mij voelt het aan als een ‘diep gemis, een ontbering’. Het gemis van geliefden die in de kampen zijn achtergebleven, het gemis van een onbezorgde jeugd die integendeel vol gruwel was. Het gemis van veilige geborgenheid, hun leven lang, die de verdwenen ouders hen niet meer konden bieden.

Een gemis waar zij nu al hun hele leven mee moeten leven. Ja lezer, ik vraag me af wat een dergelijk diep gemis van je eigen ouders, je broer of zus, tante of nonkel doet met een mens.

Naast het verlies en het gemis van de geliefden is er nog het trauma van de gruwelijkheden, de vernederingen, de honger dat hen is aangedaan.

Ik hoop dat wij in volgende uitzendingen van deze mensen vernemen hoe zij verder zijn kunnen gaan met hun leven, ondanks het zware lot dat zij hebben moeten ondergaan.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 67: Fraukebrieven in coronatijd: De onverwachte pandemie

Beste Lezer,

Net nu je dacht dat je zo ongeveer alles wat er te beleven valt hebt meegemaakt: je kende voor- en tegenspoed, je hebt ervaring met ziekte en gezondheid, de dood is al lang geen onbekende meer in je leven. Je weet wat een economische crisis is, hoe het voelt om met weinig te moeten rondkomen en plots weer genoeg geld in het bakje te krijgen. Al doende heb je veel mensenkennis opgedaan, je weet wat vriendschap en liefde in al hun vormen zijn, inclusief bijbehorende passie en verdriet. Stilaan is dat leven een open boek voor je geworden.

En plots verschijnt uit het niets iets totaal onbekends: een pandemie.

Van het leven en zijn verrassingen gesproken: het is dan toch geen cliché.

Herken je dat gevoel, jij vooral, oudere lezer?

Van de ene dag op de andere komen we terecht in een andere cultuur. Er wordt gesproken van ‘het nieuwe normaal’: geen handen meer schudden, afstand houden, elkaar niet meer vastpakken en ons gezicht half bedekken met een mondkapje. We kunnen niet zomaar gaan en staan waar we willen, want ‘een onzichtbaar spook waart door de stad’. Eerst droeg het de naam corona en intussen is het covid19 geworden.

Wanneer je ouder bent is dat verbazing, schrikken, angst en vooral aanpassen. En al komt het uit de lucht vallen als een totaal andere ervaring: in stilte weet je al lang dat het leven soms minder leuke dingen in petto heeft, dus ook daar zal je mee leren leven.

Voor de jongere lezers, zij die pas ten volle beginnen met leven, moet de schok nog groter zijn. De veilige zekerheid dat het leven een sprookje is, of dat je het naar je hand kunt zetten, valt weg.

Veel mensen, ook nieuwslezers, hebben het daar moeilijk mee. Ze zijn nog aan het leren dat het leven onverwachte wendingen heeft. De tot vervelens toe gestelde vragen zijn: wanneer is het gedaan? Wanneer mogen we naar buiten? Hoe lang gaat het nog duren?

Veel mensen hebben nog niet door dat een dergelijke pandemie ons overstijgt, dat het over iets veel groters gaat. Iets wat de gehele mensheid aangaat. En dat voorlopig niemand weet wanneer het gedaan gaat zijn. Er is geen glazen bol.

Dat is best zwaar om dragen, sommige mensen worden er boos of kattig van. Zoals die nieuwslezer die pruilt dat ze liever een professioneel mondkapje wil dan een stoffen. Ze vergeet even alles wat eerder over moeilijk te verkrijgen professionele mondkapjes werd verteld: dat ze broodnodig zijn voor zorgverleners en over de gehele wereld moeilijk te krijgen zijn.

Wat onzekerheid met een mens doet het is allemaal goed te begrijpen en toch is het in onzekere tijden van belang om met zijn allen het hoofd koel te houden en ons te verenigen i.p.v. te verdelen.

 Mvg

Frauke J.

 

Comment