Beste Lezer,
Voor de overheid is het nu duidelijk: de NMBS moet beter doen.
Er ligt een nieuw beleidsplan op tafel dat in 2032 een feit moet zijn. Nu is 2032 nog wel een hele tijd; bij ons in de familie werd gezegd: “zo lang nog? Wie weet wiens hoofd zeer doet tegen die tijd.”
Maar laat ons eerlijk zijn: er is wel wat werk aan de winkel. Tenslotte heeft de NMBS nog maar net een 24-uursstaking achter de rug.
Nu we het openbaar vervoer stilaan weer meer gaan gebruiken is er onrust in de rangen. Er sputtert één en ander.
Net nu er treinen afgeschaft worden door een tekort aan personeel, spreekt men van een groter aanbod aan treinen.
Net nu men de treinreiziger er gewoon aan heeft gemaakt om ongeveer alles zelf te doen - van het nemen van een treinticket uit een machine tot en met, voor de volleerden, het digitaal bestellen en afprinten of scannen ervan- wil men van stations levendige en ontmoetende veilige ruimtes maken.
Beste lezer, loop eens even op een winter- of zelfs voorjaarsavond om 20.30u door een station: het is er doods, luguber stil. Meer nog: in de meeste stations kun je op die tijd niet eens meer naar het toilet (als er al één is). Ook op klaarlichte dag is er nog weinig reden om in het stationsgebouw te zijn: voor je ticket hoeft het niet meer en daarbij is er zelfs in vrij grote stations nog maar één loket open. Ook een informatiebalie is nog zelden of helemaal niet te vinden. Indien er ergens in is geïnvesteerd, dan is het wel in de digitale informatieservice. Met de aaifoon in de hand ben je overal en meteen op de hoogte van de kleinste vertraging. Helaas, zonder internet of gsm ben je de klos. Jawel, er is werk aan de winkel. Ik geef toe dat ik die goede voornemens van het beleid met een korreltje zout neem.
Maar laten we niet kankeren en de zaak even opbouwend benaderen en meedenken. En dat doe ik graag in een volgende brief.
Mvg,
Frauke J.
Foto Herman Baert