Comment

Fraukebrief 40 : Wie A. zegt moet B zeggen(3): Waar is de buschauffeur gebleven?

Beste Lezer,

 

Laatst schreef ik u nog dat het ‘busje niet altijd komt’, maar blijkbaar is er meer aan de hand: de bussen zijn voorradig maar het ontbreekt aan bestuurders.

Nu zou je denken dat in tijden, waarin mensen aangespoord worden de auto thuis te laten, een lijnbus een goed alternatief zou zijn. We kunnen niet allemaal en overal op de fiets of op andere al dan niet motorloze vehikels.

Wel nu: onlangs hoorde ik dat één van onze grote busmaatschappijen overweegt om nog meer bus trajecten te schrappen bij gebrek aan personeel. Jawel, er is gezocht naar buschauffeurs, de lat tot aanwerving is zelfs verlaagd: je hoeft geen rijbewijs te hebben, leert alles ter plekke, maar desondanks: happen weinig mensen toe.

In tijden van het stimuleren van het openbaar vervoer overweegt men dat openbaar vervoer hier en daar te schrappen. Is dat wel slim?

Fietsen%26Snelheid-6.jpg

Ik beklaag jou, reiziger die in Zussenbolder woont: winkels weg, post weg, pastoor weg, café weg en misschien ook wel de bus. Het idyllische platteland zonder openbaar vervoer lijkt me ook niet echt aantrekkelijk, en eigenlijk behoorlijk eenzaam.

Mijn gezond verstand zegt: waarom het beroep van buschauffeur niet aantrekkelijker maken? Om te beginnen doet een goed loon veel en dat lijkt sommige maatschappijen wel te lukken: waarom zou het niet kunnen bij ’s lands grootste?

Het installeren van een wellevendheidscode (ik weet het: klinkt ouderwets maar soms moet je oude codes opnieuw invoeren) voor reiziger en chauffeur: ‘ik snauw niet naar jou en jij blijft beleefd tegen mij’. Aantrekkelijke uurregelingen of extra verlof voor late shiften…koffiekoeken ’s morgens...Gratis busvervoer voor de chauffeurs en hun familie…Ik verzin maar wat, gewoon om aan te tonen dat de knappe koppen van de busmaatschappij toch meer creatieve ideeën kunnen hebben dan ‘afschaffen van trajecten van het openbaar vervoer’ in tijden van verkeersinfarcten en pogingen om auto’s terug te dringen.

Of blijven we vanaf nu allemaal thuis?

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 39: Wat we zelf doen we beter!(4)

Beste lezer,

 Volgens mij zijn er twee categorieën mensen: zij die zich snel aanpassen aan nieuwigheden in de samenleving, en zij die daar niet geschikt voor zijn. Ik reken mezelf tot deze laatste.

Zo heb je mensen die vlotjes overschakelen van dienstverlening door mensen naar de digitale doe het zelf wereld. Wel, ik niet: bij mij hapert er altijd iets, of ik ben mijn code kwijt, of ik krijg geen ticket uit de stations automaat…of mijn computer laat het afweten…frustratie frustratie!

Neem nu boodschappen doen in een grootwarenhuis. Neen ik heb het hier nog niet over zelf je producten scannen(aaarch). Ik heb het over boodschappen doen met een lijstje vervolgens naar de kassa gaan waar alle gekochte spullen met een rotvaart afgerekend worden. Intussen breek ik mij het hoofd over hoe ik alles in de winkeltassen krijg. De druk achter mij is voelbaar en hoe groter die druk, hoe chaotischer ik mijn boodschappen stapel. (Oh, wat prijs ik me gelukkig in winkels waar ze dit vakkundig in mijn plaats doen! Zeg nu zelf: het is een kunst.) Vervolgens krijg ik het te betalen bedrag te horen en van de zenuwen vergeet ik soms de code van mijn kaart. Twijfel over de volgorde van de cijfers slaat toe en hoe bozer de blikken in mijn rug, hoe meer twijfel. Wanneer het dan eindelijk lukt prijs ik me gelukkig dat ik dit weer doorstaan heb. En dan heb ik het nog niet gehad over proefprojecten met winkels zonder kassier, dat zit er ook aan te komen.

Boodschappen-160.JPG

 

Leve de buurtwinkel en betalen met ‘echt geld’ en niet te vergeten een praatje maken met ‘echte mensen’.

Of behoor ik tot de mensen met een maatschappelijke beperking of ben ik gewoon ouderwets? Jij lezer?

Mvg,

Frauke Jemand

 

Comment

Comment

Frauke J. Brief 38: Wie A zegt moet B zeggen: voor een klantvriendelijk busvervoer.

Beste lezer,

 Stap jij regelmatig op een bus? En heb je het er naar je zin?

Of maak je het mee dat de bus gewoon niet komt opdagen?

Mij is het al overkomen. Het kan de beste gebeuren, dus ook de bussen.

En toch: het is allemaal niet zo erg indien je tijd te over hebt en er niemand op je wacht.

Het is wel erg indien het de eerste keer is dat je een bus neemt, zoals dat meisje dat bij mij aan de halte stond. Ze wist dat haar moeder tien haltes verder op haar wachtte en kon haar niet bereiken. Een paniekerig meisje en een ongeruste moeder op één dag.

Bus-3.JPG

 

Stap jij regelmatig op een bus? En heb je het er naar je zin?

Of maak je het mee dat de bushalte plots verplaatst is?

Mij is het al overkomen. Verplaatsing kan nodig zijn, ook voor bussen.

En toch: het is allemaal niet zo erg tenzij je zoals dat oude meneertje, laatst, zeer moeilijk ter been bent, de nieuwe halte te ver is en je dus noodgedwongen terug naar huis moet.

Dan maar een taxi bellen (indien je geld hebt, tenminste).

Of gefrustreerd thuisblijven.

 Wanneer je pleit voor minder auto’s is hard werken aan betrouwbaar openbaar vervoer een dwingende noodzaak: zo denk ik er over. En jij lezer?

 Mvg.

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 37: Wie A zegt moet B. zeggen (1): ‘De deelstep verdeelt (en heerst)’

Beste lezer,

Bovenstaande titel lokte mij een tijd geleden naar een artikel in een belangrijke krant.

Immers, ik ben blij dat het niet alleen ik ben die u opmerkzaam maakte op dit vehikel. Het rijdt niet alleen heel hard, zo’n step, het laat gebruikers ook met enige regelmaat verongelukken. Intussen is dit, voor sommigen dan toch, bijzonder handig vervoermiddel in grootsteden overal te vinden. Bij valavond struikel je er nog net niet over en liefst kom je er als voetganger of fietser ook niet mee in aanraking. Daar had diezelfde krant het heel recent ook nog over.

Ik kan me niet herinneren dat je vroeger met een ‘trottinette’ tussen de auto’s mocht laveren. Als kind reed je daarmee in de tuin of op de stoep rond in voorbereiding op het echte werk: de fiets. Van ‘speed’ was er al helemaal geen sprake. Nu mag je met deze dingetjes tussen voetgangers en in het verkeer. Het flintertje goede nieuws is dat de gebruikers zelf gevaarlijke plaatsen zijn beginnen aanduiden (tenminste: in één stad); dan toch een poging om op zoek te gaan naar meer veiligheid!

Wat er bij mij echter niet in gaat is waarom wij iedere keer opnieuw over dezelfde stenen struikelen vooraleer iets te ondernemen. Nog maar net zijn we erachter gekomen dat het dragen van een fietshelm werkelijk belangrijk is om de hersenen te beschermen bij een val, of we sturen mensen blootshoofds en zonder rijles met allerlei gemotoriseerd en rollend materiaal de weg op. En vaak is dit letterlijk: de weg op. Er is nog een lange weg af te leggen vooraleer er voldoende veilige, afgescheiden fietspaden zijn. En neen, op de rijweg een fietsje tekenen om een fietsstrook te suggereren: dat helpt echt niet.

Je hoeft niet bijzonder geleerd te zijn om te begrijpen dat dit de omgekeerde volgorde is. Het lijkt me eigenlijk logisch dat er eerst onderzocht wordt wie je waar  veilig de openbare weg op kan sturen, en vooral ook: waarmee. Dat er nagegaan wordt hoe je je best beschermt tegen ongevallen, en waar je het rijtuig kan parkeren. Vervolgens gieten we dat in een goede regelgeving en weg zijn wij.

Is dat nu werkelijk zo moeilijk?

 

Mvg.,

Frauke J.

 

 

Steps-1.JPG

Comment

Comment

Fraukebrief 36: De postbode: op zoek naar eenzame ouderen

Beste lezer, 

 Misschien was je op vakantie en heb je niet gelezen dat postbodes in een bepaalde stad onderzochten hoe eenzaam de oudere medemens is. Hebt je het gemist? Zal ik je bijpraten? Het was de bedoeling dat de postbode mensen boven de vijfenzeventig een bezoekje bracht, dat hij vragen stelde - of zij zich eenzaam voelen, genoeg steun krijgen van familie of anderen – en keek of het huis wel proper was.

Wat gooit de post nu weer binnen, dacht ik: eerst melden dat brieven straks nog maar twee keer per week worden rondgedragen. Vervolgens dat postbodes bij ouderen moesten controleren of ze in het buitenland verbleven, met mogelijke gevolgen voor hun pensioen. In het nieuwste bericht zijn de postbodes getransformeerd tot sociale dienstverleners op huisbezoek bij ouderen. Is dat een charmeoffensief om wat krom is recht te trekken?

20170921-DSC_0362.JPG

Ik heb een ander voorstel: laat in elke buurt enkele mensen regelmatig aan hun deur staan of te voet boodschappen doen. Een praatje maken met voorbijgangers, jong en oud, leert je veel over mensen en hoe ze zich voelen. Vroeg in de morgen zie je wie zich naar school of werk haast. Deze passanten laat je beter met rust: ze zijn met hun hoofd al half bij wat hen te doen staat. Later in de voormiddag passeren de habitués. Elke dag zie je het gekrompen vrouwtje dat zich voortduwt met een rollator, een uur later keert ze terug met haar mandje boodschappen. Mijn deur is de plaats om even een praatje te slaan en wat te bekomen. Er is de jonge man die om de zoveel tijd een rondje door de straten van de buurt loopt, altijd dezelfde route. Er is de man met zijn scooter volgeladen met plastic flessen: wat doet hij ermee en brengt dit hem een cent op? Er is de vrouw die mij vertelt over haar slapeloze nachten, de man die het over zijn zieke vrouw heeft, een ander loopt doelloos door de straten.

Je ziet het aan mensen wanneer ze niet goed in hun vel zitten, pijn hebben of zich alleen voelen. Het is geen exclusief recht van ouderen ook werklozen, chronisch zieken en allen die lijden: ze zijn het verborgen gezicht van de stad.

Wat mij betreft mogen de postbodes helpen om eenzaamheid zichtbaar te maken, zolang ze ook elke dag brieven blijven brengen. Wat mij betreft mag het jachtige leven best wat vertragen zodat iedereen, naast zijn eigen bezige dingetjes, nog wat tijd over heeft om de zichtbare onzichtbaren te zien, om de vinger aan de pols te houden in wijk, stad en dorp.

 Mvg

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 35 : Einde komkommertijd( 6)

Beste Lezer,
 
En plots is mijn straat weer volgelopen: er staan auto’s voor de deur, gebruinde kinderen hotsen af en aan. Kortom: er valt weer wat te beleven.
Van de ene dag op de andere ziet het straatbeeld er helemaal anders uit; anders en toch ook weer niet. Elk jaar weer zie je kinderen met boekentassen zeulen, elk jaar fietsen de kleinsten wat bibberig de straat uit en elk jaar houden de allerkleinsten stevig de hand van papa of mama vast. Elk jaar reppen de volwassenen zich weer naar een trein op weg naar het werk.

En ik sta er al enkele jaren bij en kijk ernaar.
Op mijn manier tracht ik een steentje bij te dragen door vrolijk ‘goede morgen!’ te roepen, of ‘het zal wel meevallen op school’ of nog iets meer opbeurend tegen de allerkleinsten. 
Af en toe knikt iemand terug, maar velen zijn al met hun gedachten bij wat straks komt, of dromen nog van die lange zomer die nu voorbij is. Ze ruilen  vrijheid in voor structuur, ze lopen weer in het vaste spoor, zitten in het gareel. 
Zelf voel ik me soms een decorstuk in het seizoensgebonden theater van mijn straat.
Zouden ze het merken, de bewoners, mocht ik er plots niet meer staan? Zouden ze zich afvragen waar ik gebleven ben? Zullen ze het merken wanneer ik uit het straatbeeld verdwijn? Of ben ik voor hen zoiets als een grote plant naast een deur, een lantaarnpaal, een stuk straatversiering? Of zien ze mij als een vaste waarde: iemand die er lente, zomer, herfst en winter is en blijft? Een vaste waarde in hun leven?
Terwijl ze voorbij rennen vraag ik het mij af.
 
Mvg.
 
Frauke J.
 

Comment

Comment

Frauke J 34: Komkommertijd (5)

Moeilijke woorden: Toerist


Beste Lezer,


Wie op vakantie geweest is heeft het graag over die plaatsen waar, bij voorkeur, (bijna) geen toeristen komen. Meestal wil dat zeggen dat zij op zo’n bijzondere plek waren waar enkel de plaatselijke bevolking leeft. Ik vraag me wel eens af waarom de toerist zulk een slechte reputatie heeft dat niemand zich zo wil noemen.

hb-4.JPG

Ik heb er in mijn eigen stad de laatste weken op gelet, en vooral naar die mensen gekeken die ik er anders niet zie, want ik wil wel eens weten wie de toerist dan wel mag zijn.
Al voor dag en dauw verschijnen ze met een plan in de hand of ééntje op hun phone. Deze mensen hebben ook vaak een fototoestel op hun buik hangen. Ze zijn gekleed in niet alledaagse stadskleding: bermuda’s, shorts, korte sokjes in stevig schoeisel, petten, shirts met de merkwaardigste opschriften, topjes met buiken bloot, gekleurde zonnebrillen. Soms lopen ze, in groep, achter een vlag of opgestoken paraplu aan. Ze hebben interesse voor alles waar jij zelf als bewoner achteloos aan voorbijloopt. Er worden van deze, blijkbaar, bijzondere plaatsen foto’s genomen: selfies aan het water, voor een oud gebouw, naast een standbeeld, bij een bijzondere bloem. Ze spreken Spaans, Engels, Duits, Japans, Chinees en nog andere talen die ik niet herken… Kortom, ze zijn op bezoek in mijn stad. Ik beeld me in dat ik wellicht hetzelfde zou doen mocht ik in hun stad rondlopen nl. op bezoek zijn, foto’s maken..
We zijn dus uitwisselbaar nieuwsgierig naar elkaars geschiedenis, omgeving, naar elkaars natuur. We zijn toeristen, vermoed ik. Ik kan er één zijn, jij ook, al willen we dat niet geweten hebben. We zijn allemaal toeristen: geprivilegieerde bezoekers van elkaars steden, tenminste zo lang we voldoende geld hebben om de lokale economie te steunen. Zij de onze, wij de hunne.

Mvg,

Frauke J.





Comment

Comment

Fraukebrief 33: Komkommertijd (4)

Weg of niet weg?

Beste Lezer,

Ben je nog altijd weg? En heb je dan mijn brieven binnen handbereik of neem je doelbewust geen phones, computers en/of andere digispullen met je mee?
Je zou ook eens moeten weggaan, zeggen mijn buren, het verzet je gedachten.
Oh, zeg ik dan, ik ga ook weg, hoor: ik zie de documentaires van verre landen op tv, ik hoor de verhalen en zie foto’s van alle terugkomers én ik heb herinneringen aan ‘ooit weg geweest’.
Ze kijken me wat meewarig aan. Het komt nogal saai over, vermoed ik.
Om eerlijk te zijn: ik ga niet graag weg.
Het begint al bij het verlaten van het huis. Net voor ik wil vertrekken - al is het maar voor een dag of drie - dient er van alles te gebeuren. Plots zie ik wat er nodig moet gepoetst en wat ik al die tijd verwaarloosde. De planten hebben dringend water nodig, het onkruid in de tuin is plots groter dan ik had gedacht. En is de ijskast wel leeg?
Ik laat ook niet graag achter. Zullen de vissen zich wel thuis voelen bij de buren?
En de cactussen die er net weer doorgekomen zijn: zullen ze mijn goede zorg kunnen missen, het volhouden zo alleen?
Ook allerlei spulletjes in huis laat ik niet graag verweesd achter: de foto’s van mijn geliefden op de kast, de kleurige bollen wol, mijn hoofdkussen dat zo lekker slaapt, de openbloeiende rozen, de kruiden die net nu hun geur loslaten. Het is alsof alles me lieflijk toelacht bij het afscheid en ik me afvraag hoe anders het er straks zal uitzien.
U vindt me vast sentimenteel, lezer, en misschien ben ik dat wel.
Maar voelt u zich overal thuis? Is elk huis, elke tent, hotel, stad of land een veilige plek voor u?
Misschien ben ik wel zoals een slak die het liefst haar huisje op de rug meedraagt, een veilige haven waarin je je kunt oprollen wanneer het je allemaal te veel wordt.
Maar zelfs met hun huisje op de rug zoeken ook slakken een veilige plek, kleine vochtige paradijzen waar ze hun slijmerige zelf mogen wezen.
Blijf jij nog maar even waar je bent, lezer, ik blijf hier, en met de maan boven de bomen en de ganzen die over het huis heen vliegen verzet ik ook mijn gedachten, in de tuin.

Mvg,
Frauke J.



Comment

Comment

Fraukebrief 32: Komkommertijd (3)

Beste Lezer,

 Waar u ook bent, op welk strand u nu ligt, met welke gids u in deze of gene stad rondloopt, welke berg u beklimt: hebt u het ook af en toe zo warm?

In mijn huisje is het bij tijden om te bakken. Ik kies dan maar voor verkoeling aan de voordeur. Zoals gezegd: het is hier stil. Geen verliefde koppeltjes in het park schuin over mijn huisje, geen picknicks op de bank, geen overstromende vuilnisbakken. Enkel hier en daar een gekleurde medemens die op het eerste zicht een lange reis achter de rug heeft en niets liever wil dan hier thuiskomen en zo snel mogelijk een nieuw leven opbouwen. Reizen? Aan zijn vermoeide blik te zien moet je hem er lange tijd niet meer van spreken.

‘Vakantie’: het is een woord dat hem nog vreemder in de oren klinkt dan al die andere Nederlandse woorden. Eerder denkt hij aan ‘werk’, ‘huis’, ‘brood op de plank’.

Hij knikt vriendelijk en ik doe dat ook, want nog hebben we te weinig woorden om met elkaar te praten. Later, misschien.

Ik wacht op de postbode; het zou fijn zijn mocht hij nu, in volle komkommertijd, een mooie vakantiekaart brengen: er mogen bergen op staan, of de zee, of één of ander belangrijk gebouw. Achteraan zou er dan staan: ‘veel groeten uit..’ of ‘het weer is hier minder goed dan verwacht..’ of iets prettigers. Maar de postbode mag ook een brief brengen: een brief van u, bv. U zou dan kunnen schrijven: ‘Beste Frauke, nu ik eindelijk tijd heb om op dit zonovergoten strand uw brieven te lezen, wil ik er u één terugsturen.’ U zou dan uw eigenste mening geven over wat ik u allemaal schrijf of al geschreven heb. En misschien zou u mij schrijven over uw belevenissen in dat andere land.

En met uw brief zou ik zo blij zijn als een kind.

Mvg,

Frauke J.

Frauke-67.jpg

Comment

Comment

Fraukebrief 31: Komkommertijd (2)

Beste Lezer,

‘Vakaaaantie!’ Het is een kreet die ik de laatste weken in de straat al enkele keren hoorde. Eerst waren het de kinderen die met een stralende blik naar huis renden. Maar er waren ook anderen die met lood in de schoenen en gezakte cijfers naar huis drentelden. Voor hen zal de vakantie beslist wat korter zijn.

Dan zag je de juffen en meesters voorbijtrekken, met een brede glimlach. Hier en daar sloot een bakker of beenhouwer voor enkele weken de deuren. De tv-programma’s draaien op herhaling. En nu vallen ook de bouwwerven stil.

IMG_3985.jpg

Ik kan ze begrijpen, al die mensen en kinderen die in de dagelijkse tredmolen ronddraaien, ik kan begrijpen dat ze snakken naar iets anders, naar weg. Zelf sta ik erbij en kijk ernaar. Het drukke werkzame leven heb ik achter de rug, er moet niks meer en niemand vraagt mij nog iets. ‘Luilekker leven’, zeggen sommigen en anderen twijfelen dan weer: ‘Ach, je verveelt je zeker’ of ‘Ben je niet te eenzaam?’. Het is noch het één noch het ander, het is gewoon, de routine van de dag waarin ik zo mijn dingetjes te doen heb.

Wees gerust: terwijl u geniet van een korte tijd ‘zalig niets doen’ pruts ik gewoon wat verder in het ritme van de dag.

Aangezien het hier nu zo stil is zal het elders wel erg druk zijn, mijmer ik.

Straks zie ik ze allemaal bruingebrand (of roodverbrand) terug en is er weer dezelfde drukte, dezelfde haast en spoed.

 

Mvg.,

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 30: Komkommertijd (1)

Beste lezer,

 Graag mag ik aan mijn deur staan, dat weet u intussen, in de hoop een praatje te slaan met één of andere voorbijganger. Zo ontmoet ik veel vriendelijke en ook minder vriendelijke mensen en ben ik op de hoogte van belangrijk en minder belangrijk nieuws.

Maar nu is het hier bijzonder stil. Er is weinig of geen doorgaand verkeer, zelfs niet tijdens de spitsuren, en de mensen die van de trein of bus komen zijn ook op één hand te tellen.

Het lijkt wel of bijna de gehele straat naar andere oorden is vertrokken.

IMG_4087.JPG

Ik heb ze zien inpakken, al die nu-afwezigen, grote valiezen vlogen de koffer in, strandmatjes, visnetjes, ballen en skateborden werden er losjes bij gepropt. Vervolgens bevolkten de kinderen de achterbank en kropen de ouders vooraan, om het stuur om beurt over te nemen. De zo volgestouwde wagens reden de straat uit, lieten het huis met alle dagelijkse beslommeringen achter zich. Wellicht zijn ze nu al lang files voorbij en grenzen over, de zon tegemoet. Waar je ook heen gaat in deze tijden kom je overal de zon tegen.

En geen zorgen: ik pas wel op de poezen, de planten en de huizen.

 Mvg

 Frauke J.

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 29: Wat we zelf doen doen we beter

MontagePost-1.jpg

‘De postbode komt nog af en toe’

Beste Lezer,

Geen regering(en), nog lang niet, maar intussen leven we verder.
Of beter gezegd: we zetten alweer een stap in de richting van ‘organiseer zelf je leven’.
Ik hoorde onlangs in het nieuws: ‘In de toekomst bestelt de postbode nog maar twee keer per week brieven’. Heb je belangrijk nieuws via een brief te melden dan betaal je meer aan postzegels.
Er wordt gezegd: ‘de mensen versturen geen brieven meer’. Net als bij de bank maakt men eerst de service duurder (via de postzegels die elk jaar opslaan) om vervolgens te zeggen dat die service niet meer nodig is. Slim bedacht.

Ik zie het al voor me: eerst vliegen de brievensorteerders aan de deur en vervolgens de postbodes. Of zullen de postbodes zich verblijden in nieuwe opdrachten, zoals pakjes aan huis bestellen bij werkende mensen die niet thuis zijn en aanbellen bij oude mensen die een aanvullend pensioen krijgen? Neen, lezer, de postbode brengt je dit pensioen niet; hij controleert of je wel degelijk thuis bent en niet in een lucratief optrekje in het buitenland zit. Enfin, zo heb ik het horen vertellen. De postbode als controleur ipv de postbode als vaste waarde in de routine van de dag; de man die vroeger het pensioen bracht, een praatje maakte en een borrel kreeg wordt dan weer iemand anders. Gisteren nog moest hij de eenzaamheid oplossen maar dat blijkt nu alweer niet meer nodig, iedereen zit vrolijk te zwaaien van achter de sansevieria’s.

Maar laat het ons bij de postbediening houden. Aangezien ik tijd heb overweeg ik om zelf mijn brieven met belangrijk nieuws aan huis te bestellen. Stel: je dient een brief naar Oostende te versturen; een heen- en terugreis naar Oostende kost me…, ik ben buiten geweest en heb de zee gezien. Wie een aanvullend pensioen krijgt heeft pech, want hij/zij moet thuis zijn voor het geval de postbode komt zien of je er wel bent.

Mvg,

Frauke J.


Comment

Comment

Fraukebrief 28: En we rijdenrijdenrijden.....

Beste Lezer,

Het valt mij op dat er de laatste tijd meer en meer berichten zijn over ongevallen met fietsers en voetgangers.

Ik wil betweterig noch bemoeizuchtig doen, maar zeg dat ik het al lang geleden gezegd heb (dus toch een beetje betweterig). Wanneer je er middenin zit zie je het aankomen.

Je zou me de klokkenluider van de verkeerschaos kunnen noemen.

Het is niet zagen en klagen, het is je ogen openhouden en zien wat rondom je gebeurt.

Wanneer je al die malheuren ziet verbaas je je toch over het laatste bericht: elektrische steps mogen nu met een snelheid van 25 km p/u door stad en dorp zoeven. Deze keer heb niet alleen ik daar mijn bedenkingen bij, ook het medisch personeel van de ziekenhuizen. Begrijpelijk, want zij hebben ervaring met het oplappen van hoofdwonden en het beperken van hersenschade. Al jaren wordt in deze kringen gepleit voor het dragen van een fietshelm. Bij een snorfiets is de helm verplicht maar op een step is je hoofd blijkbaar niet in gevaar. Eerst moeten er een paar hersendoden vallen en hup, weer enkele organen die beschikbaar komen.

Ook de voetganger is niet veilig voor dit vehikel.

Je wordt geacht met zo’n step op straat te rijden, maar dit vervoermiddel is smal en vliegensvlug. Laatst zag ik behoorlijk wat steppers op een plein van een grote stad tussen het voetvolk door laveren. Je moest trouwens opletten dat je niet viel over de her en der achtergelaten steppen.

Ja, het klimaat vaart wel bij minder auto’s, maar het spreekwoord ‘haast en spoed is zelden goed’ blijft in het verkeer nog altijd van toepassing.

Enkele nieuwe verkeersregels voor al dat gemier op straat en stoep zouden welkom zijn. Indien deze er niet komen pleit ik voor beschermende kledij voor iedereen die zich in het verkeer waagt: helmen voor iedereen, arm- en kniebeschermers voor bestuurders van nieuwe vehikels en harnassen voor de voetgangers.

Gewoon een kwestie van zelfbehoud en de spoedgevallen te vrijwaren van overbelasting.

 

Mvg,

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 27: Is Kiezen verliezen?(6)

‘Stilte voor de storm’

hb_Leeuwarden-57.jpg

 

Beste lezer,

Het is komkommertijd in de politiek, of neen: er wordt gezegd dat men ‘druk bezig is achter de schermen’.

Ze, de politieke partijen bedoel ik, praten met elkaar, zeggen ze, maar in het nieuws hoor ik dat het eigenlijk nog maar aftasten is. Ik stel me voor dat men elkaar wat besnuffelt zonder daarbij handtastelijk te worden. Het praten is nog niet echt begonnen, maar er wordt gekeken hoever de ander uit zijn kot durft te komen. Hier en daar wordt een vislijn uitgegooid in de hoop iemand aan de haak te slaan. Over de duur van de besprekingen voorspellen ze si en la. Er wordt eigenlijk weinig gesproken over wat dat ons land kost, al dat overleggen, dat op zich zou nochtans een mooie besparing kunnen zijn. Besparen: een thema dat alweer op de agenda staat voor de beleidsmakers.

Ik ben geen kenner, maar ik vrees dat het allemaal lang zal duren. En dan te bedenken dat dit kleine landje een stipje op de kaart is, een speldenkop. Wanneer je een Amerikaan vraagt waar België ligt kijkt die je aan “Hmm Belgium??? Oh! You mean Zaventem and Brussels”.    

Zelf vinden wij ons zeer belangrijk met onze min of meer 12 miljoen inwoners, zo belangrijk dat we een hoop verschillende regeringen, gewesten en gemeenschappen nodig hebben om het te redden. Ik liet me vertellen dat de stad Londen meer dan 8 miljoen inwoners telt, en een stad als Istanbul heeft meer inwoners dan ons land, het zijn er ruim 14 miljoen. Hoe doet een burgervader dat daar?

Kun je dit nog volgen, lezer?

Wij met al onze regeringen, gemeenschappen en gewesten moeten nu aan de onderhandeltafel want straks zullen al die bestuurders ook nog min of meer moeten overeenkomen. Het is een ingewikkelde zaak, als je het mij vraagt.

Ja maar, zou jij, lezer, kunnen weerleggen: “We zijn toch een democratie en met die drie landstalen...is het toch niet gemakkelijk, parbleu”

En ik weerleg: India is ook een democratie met 1,2 miljard bewoners, bijzonder veel landstalen en nog meer verschillende culturen. Daar lijkt het me pas een opgave om een regering te vormen. …Niet dat het daar van een leien dakje loopt! Ik schrijf het u alleen maar om te zeggen dat er grote en kleine problemen zijn in de in de politiek en in de wereld.

 Mvg,

 

Frauke Jemand

 

Comment

Comment

Fraukebrief 26 Is kiezen verliezen?


‘De kiezer heeft altijd gelijk’?

Beste Lezer,

Washington-14.jpg

Is kiezen verliezen: dat vraag ik me al weken af. Ik hoop, lezer, dat jij voor jezelf het antwoord op die vraag hebt gevonden.

‘De kiezer heeft gesproken’, wordt gezegd, en ‘de kiezer heeft altijd gelijk’.

Maar hoe komt het dat de kiezer in de andere helft van het land niet alleen een andere taal spreekt, maar ook een ander gelijk heeft? En dat nog wel in een land met eenzelfde federale regering. Allerlei nieuwsuitzendingen en blaadjes hebben daar een uitleg voor, maar ik heb zo mijn eigen gedacht.

Hoe komt de kiezer aan zijn mening? De kranten doen net alsof elke burger, vooraleer te gaan kiezen, grondig heeft zitten nadenken over hoe het land werd bestuurd, en heeft berekend wat vroeger beter was dan nu… Kan zijn. Maar hoe krijg je een eigen mening en is dat wel je ‘eigenste’ mening? Werkt het niet een beetje zoals in de reclame: het waspoeder met de aantrekkelijkste verpakking en het strafste praatje kopen we omdat we denken dat dat het beste is? Of als we honderd keer horen dat onze aders dichtslibben van boter, dan denken we dat we doodgaan van boter. Meer nog: we worden bang van boter. Wiens mening is het dan eigenlijk? Die van ons of deze van de reclame? Stel nu dat elk landsgedeelte een ander verkoopspraatje heeft gehouden: zou het dan kunnen dat er andere ‘eigen’ of ingefluisterde meningen ontstaan? Misschien bestaat er wel zoiets als een verkiezingsfluisteraar. Het zal wel net iets ingewikkelder zijn dan dat, maar toch... Ik heb zo mijn gedacht over ‘het gelijk van de kiezer’ en wie hem of haar wat influistert.

Neen, lezer: ik ga je mijn eigenste gedacht daarover niet in een zilveren papier aanbieden; bedenk of vorm jij maar je eigen mening daarover.

Wie gelijk heeft laten we voorlopig in het midden, de toekomst zal het uitwijzen. Wat ik intussen wel weet is dat elk waspoeder zijn eigen mankementen heeft maar het ene is al schadelijker dan het andere. Uitkijken dus!

 

Mvg,

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Frauke verkiezingspostkaarten 10

Voor een warme samenleving

wens ik dat:

wat we zelf doen niet altijd beter is: het kastje in de muur mag dan efficiënt zijn en goedkoop, het is ook koud en zorgt voor leegte.

 Banken, openbaar vervoer, ziekenhuizen, warenhuizen: ze vervangen hun menselijke dienstverlening meer en meer door onlin systemen. Ook daar is nadenken nodig vooraleer te doen Treinen zonder bestuurder, loketten zonder mensen missen, tja: menselijkheid. Voor mij liever geen samenleving waar je enkel nog onthaalkasten en mensen met koptelefoons tegenkomt.

Voor een warme samenleving

 wens ik dat:

ook de ongenode gast gedurende zijn verblijf bed, bad en brood krijgt. En niet te vergeten de noodzakelijke sanitaire stop.

 Mensen als mensen behandelen is mijn leuze. Soms lijkt het alsof iedereen die op zoek is naar een beter leven, om welke reden dan ook, schorremorrie is.

 

Comment

Comment

Frauke Jemand Verkiezingspostkaarten(8)

Voor een goed onderwijs

wens ik dat:

 Kinderen en jongeren aan het einde van hun schoolrit niet krom staan van het dragen van te zware boekentassen. Dat ze met plezier aan hun schooltijd terug kunnen denken niet voortijdig afhaken en zin hebben in meer.

 ik zie ze hier aan mijn deur voorbij komen, de kinderen, ze zijn zwaar geladen en kijken soms zo ernstig. Sommigen lijken wel sombere volwassenen. Ze zien te bleek van al dat binnen zitten, gelukkig konden ze de laatste tijd de donderdag op straat wandelen voor het klimaat.

 

Fraukes_Voorraad-3.jpg

Comment

Comment

Frauke Jemand Verkiezingspostkaarten (7)

Voor een goed onderwijs

wens ik dat:

 Kinderen en jongeren opleiden tot creatieve, goede en rechtvaardige volwassenen die kunnen lezen en schrijven, rekenen en hun talenten ontdekken het doel is.

Van het gekibbel over eindtermen versta ik niet veel, maar soms vraag ik mij af of we niet te veel verwachten van het onderwijs. Kinderen leren op zoveel verschillende plaatsen, en ook van het leven zelf valt veel te leren. Ze leren van goede voorbeelden, sterke persoonlijkheden en van hoe volwassenen zich gedragen. Het onderwijs hoeft het niet allemaal alleen te doen.

 

 

 

Frauke_Verkiezing-4.jpg

Comment

Comment

Frauke J. Verkiezingspostkaarten(7)

Voor een goed samenleven

wens ik dat:

 politici en burgers samenleven in een wereld met ‘meer magjes dan moetjes’.

Kinderen leren op school via moetjes en magjes dat er verplichtingen en uitdagingen zijn. Zo leren ze volwassen worden.

Verstik op hun beurt de volwassenen niet met het uitvinden van een nieuwe wet voor elke hindernis die op de weg ligt. Ook volwassenen kunnen nog groeien door aanmoediging om het goede te doen en het kwade te laten. Anders gezegd: geef basisregels en uitdaging om de eigen verantwoordelijkheid op te nemen.

 

wens ik dat:

 ‘Elke Niemand gezien wordt als een Iemand’

Niemand is vaak het synoniem van ‘iedereen', van de ‘mensen’. Dat houdt in dat men in onze naam durft te praten, immers: ‘de mensen zeggen…’. Intussen blijft onze eigen stem in de straten, in huizen en treinen hangen. In naam van ‘iedereen’ worden verschillende waarheden verkondigd.

Alle niemanden denken ook na, praten met andere niemanden en zijn wel degelijk ‘Iemand’ waar echt naar geluisterd kan worden.

 

Comment

Comment

Frauke Jemand Verkiezingspostkaarten(6)

Voor een goed samenleven

wens ik dat:

politici en burgers eerst nadenken en dan pas doen.

Slogans over ‘actie’ en ‘doen’ zonder nadenken vooraf: die lossen problemen niet echt op maar verleggen ze enkel.

Het is zelfs letterlijk verleggen: ik denk hierbij aan de bushalte bij het station Brussel Noord. Buschauffeurs en reizigers zijn uit een penibele situatie gered, de arme sloebers blijven zitten in eigen vuil. Ligt de nieuwe oplossing opnieuw in het park?

 

Frauke_Verkiezing-5.jpg

wens ik dat:

politici en burgers correct spreken met elkaar.

Vroeger zei men: ‘Draai zeven keer of zelfs meer je tong in je mond rond vooraleer je praat.’ Politici zouden dit beter ook doen.

Want zo werkt het nu: je stuurt een straffe uitspraak de wereld in, je wekt de aandacht van de media. Vervolgens mag je, opnieuw in de media, uitleggen dat je het zo niet bedoelde. Het is opnieuw aandacht maar een misleidende truuk om aandacht en niet correct t.a.v. de zo geliefde ‘gewone mens’.

Comment