Beste Lezer,
Een tijd geleden las ik in de krant dat een priester aan de Belgische kust met de dood werd bedreigd. Wat hij dan misdaan had? Hij gaf mensen iets te eten. Het voelde alsof de wereld op zijn kop stond.
Ik vroeg me af wat we dan bedoelen met het veel gebezigde woord ‘menselijkheid’.
Leerden wij niet: ‘bemin uw naaste zoals uzelf’’. Dat was een opvatting binnen een bepaalde religie, maar het bood houvast. Ik hield trouwens veel van het verhaal van de barmhartige Samaritaan die zijn mantel schonk aan wie geen kleren had. De naakten kleden, het klonk heldhaftig en er was iets menselijks aan.
Ook wie niet religieus was leerde over ‘menselijkheid’, er bestond zo’n klein boekje waarin ‘de rechten van de mens’ beschreven stonden. Zoals dat ‘iedereen recht op leven in veiligheid heeft’, dat ‘iedereen recht heeft op dezelfde bescherming als iedereen’: kort en bondig beschreven, in klare taal.
Je moest dat kleine boekje van buiten kennen, net zoals de tafels van vermenigvuldiging, de tien geboden etc…Natuurlijk vergat je later wel één en ander maar het belangrijkste heb ik er toch van onthouden. Ik vind misschien niet de juiste woorden maar de kern van het verhaal was dat het met ‘menselijkheid’ en ‘waardigheid’ te maken had.
Meer nog: je kon bij wet bestraft worden wanneer je geen hulp bood aan een mens in nood.
Wanneer ik vandaag in de krant of op TV al die harde uitspraken hoor of lees over vluchtelingen vraag ik mij af of niet iedereen dat boekje van de ‘Rechten van de mens‘ van buiten heeft moeten leren, en of sommige mensen alles zijn vergeten? Meer nog, ik vraag me af wanneer de wetgeving op menselijkheid veranderde? Je kunt nu blijkbaar bestraft worden voor het geven van bijstand aan een mens in nood…Heb ik iets gemist?
Soms kan ik het allemaal niet meer volgen al lig ik er wel van wakker.
Mvg.,
Frauke J.