Comment

Fraukebrief 74: Fraukebrieven in coronatijd: Welles-nietes op vakantie?

Beste Lezer,

 Waar ik op vakantie ga vraagt u zich misschien af. Wel, het is klaar en duidelijk: ik ga naar ‘Nieverans’. Dat zeiden we destijds wanneer je gewoon thuisbleef. En meestal voegden we er aan toe: ‘Het kan daar ook schoon zijn’. Reken maar!

Vandaag worden halve nieuwsuitzendingen besteed aan waarheen gereisd mag worden. Liefst wordt er nog wat drama rond gemaakt zoals : ‘Ja kijker, we snakken allemaal naar vakantie…’ En dan komt het: eerst  kunnen we niet snel genoeg weg zijn vervolgens de vraag: gaan we wel terug geraken en hoe? Veel vragen om duidelijkheid en om zekerheid. ‘Mogen we naar buiten, en naar welk buiten?’. Het lijkt of het gezond verstand ook met vakantie is.

Om eerlijk te zijn: het vakantiegedoe werkt me danig op de zenuwen.

Het nieuws van de dag is de kustdrukte en de gekleurde regio’s in het buitenland alsof er geen oorlogen meer zijn, geen vluchtelingen…. Maar vooral erger ik me aan het feit dat mensen, journalisten, nog altijd niet door hebben dat we met iets ongekends, iets ongezien te maken hebben. Dat het je niet vooruit helpt om te willen dat alles zo snel mogelijk weer is zoals voorheen. Je kunt de nieuwe situatie niet afdwingen, niet naar je hand zetten, hoezeer je dat ook, om allerlei redenen, zou willen.

Bedenk even het volgende, lezer: je hebt net te horen gekregen dat je een levensbedreigende kanker hebt. Het nieuws is zo groot dat je het eigenlijk niet kunt bevatten. Bovendien zegt de dokter : ‘We kunnen dit nog proberen of dat, maar we zijn niet zeker of het werkt’. Je eerste reactie is er wellicht één van onbegrip: ‘Waarom ik?’ en ‘Ik heb zoveel plannen’. Je tweede reactie: ‘Ik zoek een weg om zo gauw mogelijk terug mijn normale leven te leiden’. De derde reactie: ‘Ik zoek koortsachtig naar een tovermiddel om te genezen’. Tenslotte dringt stilaan de waarheid tot je door: dat er iets ernstigs aan de hand is, en dat je het in de ogen moet durven kijken. Plots is de geplande wandeling in de bergen van ondergeschikt belang, je plannen schuiven op de lange baan. Je kop in het zand steken hou je niet langer vol, want je gezondheid en welzijn en dat van je familie gaan voor. Je volgt gedwee het advies van de dokters om zo lang mogelijk het goede leven te behouden, ook al kost dat je behoorlijk wat moeite.

In dit voorbeeld gaat het over de gezondheid van één persoon, in het geval van de pandemie gaat het over de gezondheid van de gehele mensheid.

Hoeveel doden nog vooraleer het doordringt dat de wereldgezondheid op het spel staat. Ook hier is het een kwestie van offers brengen. Het is in het belang van ons allemaal dat deze pandemie zo snel mogelijk wordt bedwongen. Dat is goed voor ons levensbehoud, goed voor ons welbevinden, op langere termijn goed voor de wereldeconomie en voor de natuur. Alle kleine en grote pleziertjes zijn daar voorlopig ondergeschikt aan. Misschien mag een nieuwsuitzending zo eens beginnen.

‘Nieverans’ is trouwens de ideale plek om daar, bij een goed glas wijn, over na te denken.

 

Mvg (van aan mijn voordeur)

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 73: Fraukebrieven in coronatijd: Mondkapje verplicht.

Beste Lezer,

 Laat ik u nog één keer lastigvallen met het fameuze mondkapje.

We dragen het nu allemaal in winkels, musea en concertzalen. Vorige week nog liet een verkoopster mij weten dat het in haar winkel absoluut niet nodig was om dit kleinood te dragen. Zelf had ze er ook geen aan. Ze liet me duidelijk weten dat ze het allemaal maar niks vond en iets voor bange hazen.

Vandaag liep ik voorbij haar winkel en jawel hoor: sinds het mondkapje verplicht is draagt ook zij het, net als iedereen.

Alhoewel - we wonen in Belgenland en soms denk ik dat wij de uitvinders zijn van ‘regels en wetten zijn er om te omzeilen’.

Zo was er iemand die vertelde: ‘Ik heb mijn mondkapje altijd bij, zodat ik geen boete krijg, maar in de trein laat ik het wat zakken zodat ik kan ademen. Het is rap opgezet wanneer de treinconducteur langskomt’. En laatst bij de dokter zaten twee jonge dames met elkaar te praten, het mondkapje als een bandana op het hoofd.

Toch is het voor veel mensen wellicht een opluchting: nu het een verplichting is kunnen ze niet meer aanzien worden als bange hazen. Zelfs de meest stoer doende presidenten begeven zich schoorvoetend in mondkappenland.

 

Mvg,

 

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 72: Fraukebrieven in coronatijd: Met of zonder?

Beste Lezer,

Het mondkapje laat u blijkbaar niet onberoerd, en inderdaad: de meningen zijn verdeeld over de benaming ervan. Maar zoals gezegd hou ik het bij ‘mondkapje’.

De meningen zijn ook verdeeld over het al dan niet dragen ervan. Voor sommigen is het te warm, anderen kunnen niet goed ademen, bij nog anderen irriteert de stof, en ga zo maar door. Anderen voelen zich dan weer van hun vrijheid beroofd. Het zagen en klagen is nu eenmaal eigen aan nieuwe situaties en coronatijd.

Aan de bushalte is het de gewoonste zaak van de wereld en ook in het station is dat zo, omdat het verplicht is. Net als bij de kapper, de dokter. Het liefst zien de virologen ons dit kleinood dragen op drukke plaatsen en graag verplichten ze het in winkels.

Zijn de leiders van ons land bang om het ook daar te verplichten en kiezen ze voor vrijheid blijheid van de consument? Of rekenen ze op ‘het gezond verstand’ van de burger?

Gisteren deed ik enkele boodschappen in de stad en het moet gezegd dat het maar matig gesteld is met dat gezond verstand. Er staan pijlen die de looprichting op het voetpad aanwijzen, maar evenveel mensen lopen tegen de richting in. Ik stond te wachten in een nauw gangetje bij de ingang van een winkel. Twee dames probeerden me voorbij te steken, ze hadden niet gelezen dat slechts één persoon het kleine winkeltje binnen mag. Het liefst hadden ze me een duwtje gegeven om opzij te gaan. Met verbazing keken ze naar mijn mondkapje alsof ik van een andere planeet kwam. In een andere winkel droeg zelfs het personeel geen mondkapje en handgel was er niet te vinden.

Ook op markten, parken en pleinen waar veel mensen samenkomen is de neus-mondbedekking maar matig. Er zijn de regels - en er is de praktijk.

Soms vraag ik me af of we in zekere zin kinderen blijven die hun schools gedrag nog niet kwijt zijn: ‘indien we het niet moeten kennen voor het examen’ dan studeren we het niet. Ook met de mondkapjes is het zo: zolang het niet ‘moet’ van experten of politici doen we het niet.

Foto Roger De Becker

Foto Roger De Becker

Al zijn er uitzonderingen, sommige mensen maken van de nood een deugd en zien het mondkapje als onderdeel van hun actie(zie foto), het kan ook zo.

Mvg,

Frauke J.

PS: Vluchtelingenwerkvlaanderen.be

 

Comment

Comment

Fraukebrief 71: Fraukebrieven in coronatijd: mondmasker of mondkapje?

Beste Lezer,

Het is verplicht op het openbaar vervoer, in sommige steden dragen ze het consequent, in andere nemen ze het niet zo nauw. Bepaalde winkels dringen er op aan en voor anderen is de klant koning,  oftewel: ze laten het aan het gezond verstand over.

Sommige mensen dragen het plichtsgetrouw, anderen vinden het flauw.

Je ziet ze in kleur, in ziekenhuiswit, er zijn er met een glimlach op getekend, een doodskopje in geprint. Er zijn er ernstige en grappige, frivole en hier en daar een designontwerp.

Ze waren avond na avond nieuws: de ene keer waren ze niet nuttig, er was een tekort, ze werden niet geleverd, we zouden er één krijgen…en ga zo maar door.

Beste lezer, je weet intussen wel waar ik het over heb: inderdaad, ‘de mondmaskers’.

Dat het ondingen zijn: dat weten we.

Dat je enkel nog de ogen ziet: dat weten we.

Dat het lastig is verstaanbaar te blijven: dat weten we.

Dat wie het van zijn glimlach moet hebben eraan is voor de moeite: dat weten we.

Dat je het gevoel hebt in een sciencefictionfilm te spelen als je rondom je kijkt: dat weten we.

Maar boven alles gaat het om onze veiligheid. En wanneer het over veiligheid gaat zie je rare kronkels bij mensen. Zo is dat ook met  fietshelmen bijvoorbeeld.

Volgens sommigen is veiligheid iets voor watjes, volgens anderen gaat veiligheid boven alles.

In de krant lees ik af en toe een rubriek waarin een Nederlandse schrijver het steevast over ‘het mondkapje’ heeft. Soms hoor ik ook mondlapje, mondvod,…

Persoonlijk gaat mijn voorkeur naar mondkapje. ‘Mondmasker’: het klopt wel, maar een kapje op je mond is iets meer subtiel. In het straatbeeld zie je ook beide nl. het subtiele fancy kapje dat neus en mond bedekt of de grote lap witte stof.

Kapje of masker, ze doen beiden hetzelfde: jezelf en de andere beschermen tegen die virale druppeltjes. Maar indien ik dan toch mag kiezen doe mij dan maar ‘het mondkapje’.

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 70: Fraukebrieven in coronatijd: Huidhonger

IMG_4608.JPG

Beste Lezer,

De laatste tijd worden we met veel nieuwe woorden om de oren geslagen: balkonades, raambezoek, lockdownfeestje, social distancing, e-piritieven. Maar één woord springt er voor mij tussenuit: huidhonger. Vrij vertaald is dat honger hebben naar huid.

Ik weet niet hoe u er tegenaan kijkt, maar ‘huidhonger’ klinkt voor mij nogal bruut. Het doet me denken aan hoe dat gaat bij gewone honger: dat je met je gezicht tegen het raam van een patisserie staat en en met begerige blik naar alle lekkere koeken staart, klaar om aan te vallen als het even kan. Of ik zie het als in een film: een uitgehongerd straatjochie loopt langs een marktkraam en gapt een sappige perzik om er vervolgens een stevige hap uit te nemen.

Bij huidhonger gaat het echter om mensen, en dan lijkt een hap hier of daar een nogal vampierachtige manier van doen.

Ik begrijp dat ook jij en ik, lezer, in deze tijden van zo weinig mogelijk contacten en social distancing, behoefte hebben aan mensen aan een knuffel, een streling, een stevige omhelzing maar dat, tenminste wat mezelf betreft, omvat net iets meer dan het vel van de ander willen.

Bovendien klinkt het woord huidhonger onpersoonlijk, alsof je een hap uit eender wie wil nemen.

Net vandaag, nu ik het met jou over dat lelijke woord wil hebben, lees ik in de krant een artikel van een psychologe die mijn mening deelt over het woord. Bovendien suggereert ze dat je zelfs op verre afstand mekaar mentaal kunt aanraken. Zij vertelt hoe de pen van een geliefde haar over landsgrenzen en verre afstanden mentaal heeft aangeraakt.

Het is het proberen waard, wie weet komt de aandacht voor de hoofse poëzie terug. Of beschrijven we in een lyrische brief ons verlangen naar de andere.

 

Mvg,

Frauke Jemand

 

Comment

Comment

Fraukebrief 69: Fraukebrieven in coronatijd: Moeilijke vergelijking: “het is zoals in de oorlog”

Beste Lezer,

Volg je ook de reeks ‘Kinderen van de holocaust’: over mensen die de oorlog zelf als joods kind hebben meegemaakt of er in hun familie mee geconfronteerd zijn?

Deze volwassenen, toen nog kinderen, vertellen niet zonder pijn welke vreselijkheden zij en/of hun ouders hebben meegemaakt in de kampen. Hoe ze zonder pardon vernederingen hebben gezien of meegemaakt, dat ze hun ouders of één van beiden nooit meer hebben teruggezien. Het is ronduit schokkend dat het gemis nooit meer verdwijnt en ze het dus heel hun leven meedragen. Ik heb er moeite mee wanneer mensen de huidige coronacrisis vergelijken met een oorlogssituatie. Je kunt dit niet vergelijken.

Uiteraard is deze crisis een ongewone situatie en voor sommige mensen in penibele situaties zwaar om dragen. Uiteraard is het voor zwaar zieken en hulpverlenend personeel bijzonder hard. We kunnen er niet om heen dat deze crisis gevolgen zal hebben op vele domeinen van ons leven.

Maar wat mij zo heeft aangegrepen in ‘Kinderen van de holocaust’, is dat deze mensen zo sereen, weliswaar met veel pijn en verdriet, vertellen over de vijf jaar die hun hele leven voor goed veranderden. Ze drukten een onuitwisbare stempel op hun hele leven. Nu, in deze crisistijd, wordt er veel gesproken over wat we allemaal moeten missen, en dat we ons leven niet kunnen opnemen zoals voorheen. We beklagen ons of er wordt voor ons geklaagd in talloze programma’s.

Maar deze joodse oorlogskinderen spreken over een ander soort missen, voor mij voelt het aan als een ‘diep gemis, een ontbering’. Het gemis van geliefden die in de kampen zijn achtergebleven, het gemis van een onbezorgde jeugd die integendeel vol gruwel was. Het gemis van veilige geborgenheid, hun leven lang, die de verdwenen ouders hen niet meer konden bieden.

Een gemis waar zij nu al hun hele leven mee moeten leven. Ja lezer, ik vraag me af wat een dergelijk diep gemis van je eigen ouders, je broer of zus, tante of nonkel doet met een mens.

Naast het verlies en het gemis van de geliefden is er nog het trauma van de gruwelijkheden, de vernederingen, de honger dat hen is aangedaan.

Ik hoop dat wij in volgende uitzendingen van deze mensen vernemen hoe zij verder zijn kunnen gaan met hun leven, ondanks het zware lot dat zij hebben moeten ondergaan.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 68: Fraukebrieven in coronatijd: Pandemie in de krant

Beste Lezer,

Lees je ook meer de krant in deze rare tijden? Soms doe ik wat aan struisvogelpolitiek en begin ik met het cultuurkatern of de opinieartikelen. Een kwestie van eerst het goede nieuws en dan het andere. Helaas verschijnen intussen meer en meer opiniestukken over de pandemie en – heb je het al gemerkt? - er worden twee soorten meningen geventileerd.

Let er eens op: in de eerste periode van de pandemie was er verbazing, duiding, zelfs informatie, er was een kritische blik maar ook een zekere mildheid voor wie noodgedwongen zijn nek moest uitsteken bij deze onverwachte gebeurtenis.

Want zeg nu zelf: wij allemaal vielen om van verbazing, wij allemaal hadden gedacht dat het zo’n vaart niet zou lopen. Wij allemaal hadden niet verwacht dat we zulk een hoge dodentol zouden betalen.

Nu er minder opnames en ook minder doden zijn, al is dat nog altijd niet weinig en is de crisis niet over, zijn er meer en meer bekende Vlamingen en politici, al dan niet experten, die menen hun duit in het zakje te moeten doen. Meer en meer gaat het nu over wat had moeten gebeuren, wat men niet zou moeten doen, kortom: over alles wat fout liep, loopt of zou kunnen lopen.

Behalve voor de dienst- en hulpverleners lees ik zelden een schouderklop of een aanmoediging voor wie al de hele tijd pogingen doet om alles op de rails te houden in deze totaal nieuwe situatie. Ooit leerde ik ‘de beste stuurlui staan aan wal’ en dat blijkt nog altijd zo te zijn.

En geloof me: er is altijd iemand de kop van jut, is het niet minister x dan is het minister z of expert si of la. Er treft altijd iemand schuld.

Stilaan beginnen ook politici van de oppositie hun mondje te roeren; eens de teugels iets losser worden gelaten (maar eigenlijk daarvoor ook al) zijn er politici die hun kans schoon zien om hun voordeel te doen door iemand een mes in de rug te steken of dwars te liggen(zitten).

Mijn gezond verstand vertelt mij dat je in rampsituaties aan hetzelfde koord zou moeten trekken, iets als: ’Met zijn allen vooruit!’. In sommige buurlanden zie je precies dat gebeuren.

Hier blijft het, ondanks alles, over Vlaanderen, Wallonië en Brussel gaan en dat in een landje van een voorschoot groot. Kunnen we nog even bij de les blijven aub en met zijn allen deze pandemie bestrijden? Achteraf is er, hopelijk, tijd genoeg om na te gaan welke lering we hieruit kunnen trekken.

Mvg,

Frauke J.

                                                

 

Comment

Comment

Fraukebrief 67: Fraukebrieven in coronatijd: De onverwachte pandemie

Beste Lezer,

Net nu je dacht dat je zo ongeveer alles wat er te beleven valt hebt meegemaakt: je kende voor- en tegenspoed, je hebt ervaring met ziekte en gezondheid, de dood is al lang geen onbekende meer in je leven. Je weet wat een economische crisis is, hoe het voelt om met weinig te moeten rondkomen en plots weer genoeg geld in het bakje te krijgen. Al doende heb je veel mensenkennis opgedaan, je weet wat vriendschap en liefde in al hun vormen zijn, inclusief bijbehorende passie en verdriet. Stilaan is dat leven een open boek voor je geworden.

En plots verschijnt uit het niets iets totaal onbekends: een pandemie.

Van het leven en zijn verrassingen gesproken: het is dan toch geen cliché.

Herken je dat gevoel, jij vooral, oudere lezer?

Van de ene dag op de andere komen we terecht in een andere cultuur. Er wordt gesproken van ‘het nieuwe normaal’: geen handen meer schudden, afstand houden, elkaar niet meer vastpakken en ons gezicht half bedekken met een mondkapje. We kunnen niet zomaar gaan en staan waar we willen, want ‘een onzichtbaar spook waart door de stad’. Eerst droeg het de naam corona en intussen is het covid19 geworden.

Wanneer je ouder bent is dat verbazing, schrikken, angst en vooral aanpassen. En al komt het uit de lucht vallen als een totaal andere ervaring: in stilte weet je al lang dat het leven soms minder leuke dingen in petto heeft, dus ook daar zal je mee leren leven.

Voor de jongere lezers, zij die pas ten volle beginnen met leven, moet de schok nog groter zijn. De veilige zekerheid dat het leven een sprookje is, of dat je het naar je hand kunt zetten, valt weg.

Veel mensen, ook nieuwslezers, hebben het daar moeilijk mee. Ze zijn nog aan het leren dat het leven onverwachte wendingen heeft. De tot vervelens toe gestelde vragen zijn: wanneer is het gedaan? Wanneer mogen we naar buiten? Hoe lang gaat het nog duren?

Veel mensen hebben nog niet door dat een dergelijke pandemie ons overstijgt, dat het over iets veel groters gaat. Iets wat de gehele mensheid aangaat. En dat voorlopig niemand weet wanneer het gedaan gaat zijn. Er is geen glazen bol.

Dat is best zwaar om dragen, sommige mensen worden er boos of kattig van. Zoals die nieuwslezer die pruilt dat ze liever een professioneel mondkapje wil dan een stoffen. Ze vergeet even alles wat eerder over moeilijk te verkrijgen professionele mondkapjes werd verteld: dat ze broodnodig zijn voor zorgverleners en over de gehele wereld moeilijk te krijgen zijn.

Wat onzekerheid met een mens doet het is allemaal goed te begrijpen en toch is het in onzekere tijden van belang om met zijn allen het hoofd koel te houden en ons te verenigen i.p.v. te verdelen.

 Mvg

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 66: Fraukebrieven in coronatijd: Waar rijden we naartoe? Waar is er een halte? Waar het eindpunt?

Beste Lezer,

Enkele dagen geleden nog schreef ik je over die lastige vragen waarmee journalisten experten en politiekers pijnigen. Hoeveel vragen ook – er zijn niet altijd antwoorden. En we zijn het niet meer gewoon om geen antwoord te krijgen. Want anders zoeken we het zelf toch snel even op internet op?  Juist of niet, doorgaans vinden we daar een antwoord. Helaas is deze reis er één vol onzekerheden.

Hoe lang nog in ons kot?

Wie en wat mag waar en wanneer opstarten?

Wanneer een vaccin?

Wie gaat het vlugst dood van dit virus?

Hoe graag willen we, liefst exacte, antwoorden op alle vragen!

Het is verwarrend, want met zoveel onbekende factoren is het ook voor experten soms koffiedik kijken. Met andere woorden: de halte is nog niet in zicht laat staan een eindpunt. De ellende blijft nog een tijd duren, neem ik aan.

Ja: we weten dat leeftijd een risico is, onderliggende ziektes en overgewicht ook.

Maar er is ook veel nog niet geweten en onzekerheid maakt onrustig. Plotsklaps zijn er onder de zwaar zieken ook jongere en gezonde mensen. En zo zitten we allemaal in dezelfde schuit. Al zijn er hier en daar reizigers die willen ontsnappen zij het voor een bbq of een feestje. De vrijheidsbeperking weegt zwaar en uitzichtloosheid maakt voor velen deze reis zwaar.

IMG_4537.JPG

Onzekerheid en ongeduld is lastig in een, ooit, maakbare samenleving.

Hopen maar lezer dat experten en politici niet te vlug bezwijken onder al deze druk en te snel de touwtjes lossen. Hopen maar dat wij allemaal nog even vol houden en op het juiste spoor blijven. Anders kunnen hulpverleners en ziekenhuizen alsnog het spoor bijster geraken. Het blijft een reis met hier en daar een halte en hopelijk uiteindelijk een eindpunt.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 65: Fraukerieven in coronatijd: Hoe lang zal het nog duren?: altijd weer die vraag

Beste Lezer,

Volg jij het nieuws van minuut tot minuut en wil jij koste wat het kost alles over de coronapandemie weten?

Jawel, informatie is belangrijk, maar of ik nu om het uur slechtnieuwsberichten wil horen is nog maar de vraag.

En wat is nieuws eigenlijk?

De vraag van de dag aan de experten is tot vervelens toe: 

‘Hoe lang zal het nog duren?’ of ‘Hoelang moeten we onszelf nog opsluiten?’.

Het doet me denken aan kinderen die je landerig vragen ‘is het nog ver?’ op een ogenblik dat je verdwaald bent in het bos. Het is een onmogelijke vraag aangezien je er op dat moment geen zinnig antwoord op kunt geven. Zo is het ook met iedere avond diezelfde vraag van journalisten aan de experten: zij weten het ook niet.

We beseffen intussen allemaal dat het een moeilijke situatie is, we weten dat het voor sommige mensen penibeler is dan voor anderen, maar moeten we dit er iedere avond nog eens inwrijven? Is dat nieuws?

Echt nieuws zou zijn dat de media mensen duidelijk maken dat we met een nieuw fenomeen worden geconfronteerd, en dat dit ons voor nieuwe uitdagingen stelt.

Zo’n uitdaging is: leren leven met onzekerheid.

Zo’n uitdaging is: proberen te begrijpen dat niemand het op dit ogenblik echt weet. Dat is lastig maar zo is het.

Zo’n uitdaging is: de gebeurtenis over ons heen laten gaan, hoe zwaar ook; we kunnen er toch niets aan veranderen.

Zo’n uitdaging is: ervan maken wat we kunnen met de middelen en mogelijkheden die we hebben.

Zo’n uitdaging is: beseffen dat we, in tegenstelling tot wat we dachten, het leven niet altijd naar onze hand kunnen zetten.

Zo’n uitdaging is: ontdekken dat het leven niet altijd maakbaar is.

Zo’n uitdaging is: tonen welke warme initiatieven mensen nemen om elkaar te steunen.

Mochten journalisten zich hiermee bezighouden: dit stapje voor stapje duidelijk maken aan jong en oud - dat zou echt iets nieuws zijn, iets om ons aan op te trekken.

Dus nieuwslezers: als je het mij vraagt (maar je vraagt het mij niet) stop met vragen hoelang het nog duurt, je pijnigt de mensheid. We zitten onze tijd gewoon uit!

Mvg,

Frauke J.

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 64: Fraukebrieven in coronatijd: Applaus voor de zorgverleners

Beste lezer,

Nu we in ons kot zitten bereiken ons allerlei boodschappen om er - figuurlijk - uit te breken. Hoe minder volk op straat hoe meer volk we op schermen zien passeren. Er wordt van alles gedaan om minstens virtueel buiten te komen.

Zo zijn het lovenswaardige avondlijk applausinitiatief en de witte lakens u wellicht niet ontgaan.

Het is nu éénmaal zo dat verschillende groepen van de bevolking deze crisis verschillend doormaken. Een groep verveelt zich stierlijk omwille van te kleine behuizing, technische werkloosheid, weinig lessen en noem maar op. Een andere groep begeeft zich elke dag, al dan niet met plezier, naar het werk. Een volgende groep werkt vanuit zijn kot.

Eén groep werkt zich zowaar te pletter om coronapatiënten en andere zieken te helpen. De ziekenhuizen liggen vol, en waar veel zieken liggen zijn er ook mensen nodig om ze te verzorgen,  zowel direct aan de bedden als op de achtergrond. Daarnaast zijn er de mensen die ons voortdurend op de hoogte houden van de stand van zaken, experten die heen en weer draven tussen tv-studio’s en ziekenhuis.

 ‘Applaus doet deugd’, zei een verzorgende, ‘maar we hebben meer beschermend materiaal nodig’, en in dezelfde trant werden er nog wel enkele opmerkingen geopperd, zoals ‘hou u als burger strikt aan de regels’.

Intussen wordt de druk niet alleen in de ziekenhuizen opgevoerd: er is overal ongeduld, en elke avond komt er wel iemand op tv om dat te onderstrepen. Vragen zoals: ‘hoe lang denkt u nog dat het duurt?’ zijn schering en inslag. Of opmerkingen over : de leerlingen die achterstand zullen hebben, de economie die niet of bijna niet draait. De onrust en het ongeduld is groot. Uiteraard ben ik geen deskundige ter zake, en gewoon vanuit gezond verstand begrijp ik dat er wereldwijd schade wordt geleden en dat vele mensen daaronder lijden. Maar helpt het om het ongeduld aan te wakkeren, er in te koteren?

Met eindeloos geduld leggen experten opnieuw en opnieuw de toestand uit. Chapeau!

Beste lezer ik hou mijn hart vast dat dit ongeduld tot foute beslissingen kan leiden door bijvoorbeeld scholen, winkels, bedrijven te vroeg te openen - wie zal daar de gevolgen van dragen?

Inderdaad: de zorgverleners die dan opnieuw op de bres zullen moeten staan. Ik vrees dat een applaus dan niet voldoende zal zijn om hen te helpen zich blijvend recht te houden.

 

Mvg

 

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 63: Fraukebrieven in coronatijd: Keuzes maken

Beste Lezer,

In tijden van rampen worden zelfs de moeilijkste obstakels niet gemeden, zo is dat ook in pandemietijd. Gretig zijn we op zoek naar correcte informatie en neen, we schuwen het niet om de ergste rampscenario’s onder ogen te zien. Zo werd er op een avond op televisie een, naar mijn aanvoelen, serene discussie gevoerd over wat er diende te gebeuren indien er keuzes tussen patiënten moesten worden gemaakt. De kwestie van leven of dood, dus.

Dat was even slikken.

Frauke Corona-2.jpg

Aangezien dit voor dokters en verplegend personeel niet anders is, hadden deskundigen ter zake gewerkt aan een redelijke ethische code. In de discussie passeerden allerlei factoren de revue: de gezondheidstoestand van een coronapatiënt, de mogelijke levensverwachting, de leeftijd…. Alhoewel je dan rationeel alle begrip hebt en zelfs akkoord bent met de weloverwogen richtlijnen, toch kruipt er op zulk moment een koude rilling over je rug. De kloofjes tussen generaties worden plots, vanaf 65 jaar, dieper, en met het stijgen van de leeftijd vergroten ze nog. Ik bleef er niet te lang bij stilstaan, al sliep ik slecht de nacht nadien.

Dit weekend werd ik echter op vrij brutale wijze opnieuw geconfronteerd met dit toch wel pijnlijke onderwerp. In een krantenartikel werpt een Nederlandse psychiater/filosoof op dat we bezig zijn een zwakke en op de maatschappij wegende groep te redden ten koste van een jonge, weinig weerbare generatie…. en nog meer van dit soort informatie. Ik weet niet, lezer, of deze expert in kwestie er heeft bij stilgestaan dat net die meest zwakke, op de maatschappij wegende groep van de bevolking als kind, of misschien zelfs als baby, WO2 heeft meegemaakt. Of ze zijn net voor die oorlog geboren en hebben het schone van hun jeugd in weinig comfortabele (na)oorlogsjaren doorgebracht, en later hielpen velen van hen de economie terug op gang. Die jonge generatie van toen, nu de zwakste ouderen, werd aangemaand om zich tot en met in te zetten voor het land. Sommigen hebben amper een kindertijd of jeugd gehad, zijn vroegtijdig gaan werken omdat er armoede was, omdat ze één van hun ouders verloren hadden in die oorlog.

Die man, die uit de krant, houdt zich bezig met ‘angst’ en noemt het coronavirus ‘geniaal’.

Je zou verwachten dat een filosoof/psychiater zich wat meer zou bezinnen vooraleer hij er van alles uitflapt.

Daarenboven springt hij lichtzinnig om met deze epidemie, waar nog bijzonder weinig over geweten is. Het is niet omdat je iets over angst weet dat je ook de viroloog moet uithangen. Het is niet omdat je iets over angst weet dat je de econoom moet spelen. Er is al herhaaldelijk gezegd dat niemand er zeker van kan zijn dat hij of zij niet ziek wordt  en dat er ook jongere mensen aan sterven.

Neen lezer, ik wil mijn hoofd niet in het zand steken voor alle problemen die deze pandemie met zich meebrengt, niet de economische en zelfs niet de pijnlijke zoals keuzes maken. En dat we als burgers de nodige verantwoordelijkheid moeten dragen, jong zowel als oud, daar ben ik vast van overtuigd.

Toch wil ik pleiten voor begrip en niet uit je nek kletsen, en al zeker niet als je deskundige bent.

Weg met de ‘glazenbolrethoriek’!

Ik pleit voor respect, voor het niet uiteen spelen van generaties, en vooral: voor verantwoordelijkheidszin (elk op zijn terrein), voor veel gezond verstand en ethiek wanneer het er op aankomt.

 Mvg,

 Frauke J.

 

 

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 62 : Brieven in coronatijd: Moeilijke woorden: Social distancing

Beste lezer,

Social distancing (sociale onthouding in het Vlaams) is een woord dat wij pas zeer recent hebben leren kennen, ik toch. We begrijpen dat je nu minstens een anderhalve meter afstand moet houden en dat handen schudden, knuffelen en omhelzen uit den boze zijn. Zo zie je maar, je bent nooit te oud om iets af te leren.

Alhoewel - deze week nog zag ik in mijn straat een groepje, jawel groepje, van vijf mensen die vlak naast elkaar kuierden. Niet iedereen heeft ‘social distancing’ al begrepen, het is tenslotte pas in ons leven. We zijn het zo gewoon naast elkaar te lopen. We zijn wel noorderlingen, maar toch houden we ervan elkaar de hand te schudden, te knuffelen en te omarmen.

Aanraken en aangeraakt worden: het is des mensen, een diepgeworteld verlangen naar warmte, zachtheid, verbonden zijn met elkaar. En ik heb het hier dan over de omhelzing van niet samenwonende geliefden, de vriendschappelijke zoen, de kus tussen (groot)ouders en (klein)kinderen, het bemoedigende schouderklopje, de aai over de bol, de warme handdruk en noem maar op. Het zijn gebruiken die wij van kindsbeen af hebben meegekregen, we betonen hiermee onze betrokkenheid. Met onze aanrakingen geven we onze warmte en een beetje van onszelf door aan anderen, en omgekeerd krijgen we dit ook terug.

Er zijn mensen die beweren dat we dat nu allemaal kwijtspelen, er zijn mensen die beweren dat smetvrees het nieuwe normaal zal zijn. Er zijn mensen die beweren dat ganse culturen deze social distancing hanteren vanuit ziektevrees.

Ik vraag me af in welke glazen bol die al dan niet zelfverklaarde experten kijken. Zijn zij de waarzeggers van de 21ste eeuw en gaan we nu bepaalde cultuurverschillen meteen ook koppelen aan een nieuw ziekteverschijnsel? Gaan we deze moeilijke tijd waarin, noodgedwongen, een nieuw fenomeen zoals ‘social distancing’ de kop opsteekt, bestempelen als het nieuwe normaal van de toekomst? Gaan we nu beweren dat wij onze nood aan aanraken en aangeraakt worden meteen kwijtspelen?

Beste lezer, jij noch ik noch al die zelfverklaarde experten weten het, de tijd zal het wel uitwijzen.

Eén ding is wel duidelijk: in onzekere tijden steken de raarste voorspellingen de kop op. Ik pleit ervoor om met een warm hart het hoofd koel te houden, en wat morgen is, dat zien we dan wel weer.

 

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 61: Brieven in coronatijd: Knuffelen, huggen en omhelzen

Beste lezer,

Er is ons gezegd: ‘mix de generaties niet’ wanneer een onbekend virus rondwaart in de wereld. Het is wellicht een slimme maatregel om de meest vatbaren, de ouderen, te beschermen.

Zodoende wandel ik in mijn ééntje wat rond in bijna verlaten straten. Bijna, zeg ik, want daarnet passeerde mij een gehaaste jonge vrouw met kinderkoets, ze stak de straat over.

Hoe lang zullen de generaties zich niet mixen? Weken? Maanden?

Ik mijmer maar wat.

En hoe zal het zijn wanneer we elkaar, (minder) oud en jong, terugzien?

Zullen we elkaar, nu we het na al die tijd gewoon zijn, begroeten met een lacherig ‘elleboogje’ of een speels voetje? Zullen de kleinsten hun grootouders nog wel herkennen? Misschien vraagt de baby, intussen enkele maanden oud, zich verschrikt af: ‘wie is die vreemde vrouw of man die kirrend ‘toedelie’ met mij wil spelen?’. En zullen wij die baby in onze armen durven nemen of ons intussen in stilte afvragen ‘oei, wie besmet hier wie?’.

Kleuters en andere schoolgaanden die de wekelijkse opvangroutine door oma en opa nu doorbroken zien en alle aandacht krijgen van hun ouders (velen toch): vinden zij de weg terug naar de grootouders?

Onlangs hoorde ik enkele oudere dames zeggen: ‘nu zal men eens voelen van welke betekenis wij ouderen nog zijn’, maar daarop antwoordde iemand: ‘het omgekeerde kan ook, de ouders stellen misschien vast dat zij het ook wel zonder ons aankunnen.’

Tja, dat zijn twee waarheden, maar dat zou ervoor zorgen dat de generatiekloof groter wordt.

Neen, lezer, toch geloof ik dat niet. Ik weet niet of we elkaar, over leeftijden heen, straks onstuimig in de armen vallen. Ik weet niet of we twee keer zullen nadenken bij het knuffelen van een snottebellenkindje, maar ik geloof er rotsvast in dat vroeg of laat (realistisch bekeken eerder laat) de generaties elkaar weer knuffelen en omhelzen.

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 60: Coronabrieven: Aan de ouderen

Beste Lezer,

 Vandaag richt ik me speciaal tot de oudere lezers onder ons die zonder bezoek en afgesneden van de kleinkinderen en andere mensen hun dagen doorbrengen.

Er worden veel stevige maatregelen getroffen om lijf en leden gezond te houden en dat is een goede zaak. We weten het intussen: handen wassen, niet in groep samenkomen en vooral ‘afstand houden’. Iemand eens goed vastpakken, een knuffel geven zit er voorlopig niet in. Het is wennen, maar ik merk dat mensen meer en meer met een boog om elkaar heen lopen. Tenminste voor zover ik hier nog mensen zie, want intussen zit de schrik er goed in: op straat is alleen een kat te zien. Het is nu een kwestie van volhouden, want wellicht zijn we nog een tijd zoet vooraleer het leven opnieuw druk druk druk wordt.

Wel vraag ik mij af: hoe zit het met uw geestelijk welzijn? Hoe komt u uw dagen door, oudere lezer, nu u niet voor uw kleinkinderen kan zorgen, niet naar het verjaarspartijtje van hen kunt, en film, concert, quiz of kaartavond uit den boze zijn. Zelfs een avond met meer dan één vriend of vriendin (en dan nog liefst telkens dezelfde) zit er voorlopig niet in, kortom: alles lijkt afgeschaft.

Ook voor mij, die graag wat aan mijn deur sta en rondkijk, is het wennen.

Maar in vergelijking met de mensen die elke dag in het heetst van de strijd tegen het virus staan is het naleven van deze maatregelen peanuts. (Akkoord ik heb geen schare kleintjes rond mij en kan nog buiten)

Wat mij echter opvalt: er is niet veel te zien, en net doordat er niet veel te zien is valt datgene wat ik zie des te meer op. Er is bijvoorbeeld een roodborstje dat elke dag op dezelfde boom zit te kwieten. Meer nog het blijft altijd in mijn buurt alsof het gezelschap zoekt nu het hier zo stil is. Het is niet alleen omdat het lente is dat ik de vogels beter hoor en zie, maar ook omdat het kalm is en het weinige wat er is wordt precies meer zichtbaar.

Hoe zeggen ze dat ook alweer: ‘Less is more’. De planten in het parkje in mijn straat zie ik met de dag sneller groeien. En is het zo of ben ik er zelf gevoeliger voor, maar de weinige mensen die langs komen zijn voorzichtig vriendelijk. Het voelt aan als samenhorigheid, iets als ‘we zitten in dezelfde miserie en we moeten er nu éénmaal door’.

Dus, beste lezer: we proberen er het beste van te maken.

Hou je haaks!

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 59: Coronabrieven: Aan alle werkenden.

Beste Lezer,

Het leven valt stil, wordt gezegd, en toch is dat niet helemaal waar.

Vanmorgen stond hier plots een postbode aan de deur, en daar mijn keukenraam openstond overhandigde hij de post via het raam. ‘Zo is het veilig’, zei hij en weg was hij.

In de late voormiddag werd het vuilnis opgehaald, even later belde een lieve boodschapster aan, zette zakken vol etenswaren neer en weg was ze.

Het nieuws wordt ons elk uur gemeld. Radio- en tv-presentatoren zijn op post.

Onderwijzend personeel geeft online opdrachten en/of les. Elke dag zijn er mensen op de been in voedingswinkels en grootwarenhuizen om de voorraad aan te vullen.

Iets verder worden grote werken in een tuin uitgevoerd, en nog iets verder klinken, nog altijd, geluiden van machines op een werf.

Politiemensen surveilleren op straat, park- en boswachters op hun terrein, bus- en treinbestuurders zijn op post.

Vrijwilligers doen hun best om hier en daar een handje te helpen.

Politici en zorgverleners, ethische filosofen, virologen, apothekers: elk op hun manier zijn ze bezig met het bestrijden van de corona- crisis.

Vanuit mijn schuilhok heb ik bewondering voor elk van jullie. Dat jullie, zij het met een bang hart, dagelijks de handen uit de mouwen steken en de samenleving, waar het kan, draaiende houden. Meer nog: er zijn mensen die pogen om hier en daar wat humor te brengen in dit bizarre bestaan. Creatieve ideeën komische acts, elk doet wat hij kan om het leven een ietsje luchtiger te maken.

Vanop mijn bescheiden plekje kan ik me alleen maar aansluiten bij een woordelijk applaus voor u allen die op post bent.

 Mvg,

Frauke J.

Comment